Tegen het einde van de jaren ’70 waren 900.000 Joden verdreven uit islamitische staten en moslimnaties over de hele wereld.

 

In 1947 namen de Verenigde Naties (VN) VN-resolutie 181 aan en besloten daarmee om het voormalige Mandaat van Groot-Brittannië op te delen in Palestijnse en Joodse staten.

 

Hoewel de internationale gemeenschap en het Joodse Volk VN-resolutie 181 gretig omarmden, zwoeren alle Arabische naties die de ontluikende staat Israël omringden onmiddellijk om de pasgeboren Joodse staat uit te roeien.

Tal van Arabische en islamitische leiders verklaarden ook expliciet dat ze Joden die ervoor kozen om op hun grondgebied te blijven, streng zouden straffen en verdrijven.

 

In 1947 verklaarde Faris el-Khouri, de permanente vertegenwoordiger van Syrië bij de Verenigde Naties, bijvoorbeeld: “Tenzij de Palestijnse kwestie wordt opgelost, zullen we moeite hebben om de Joden in de Arabische wereld te beschermen en te verdedigen.” Bovendien verklaarde de premier van Irak, Nuri al-Said, trots dat “…als er geen bevredigende oplossing komt voor de Palestijnse kwestie, er strenge maatregelen moeten worden genomen tegen alle Joden in de Arabische landen.”

Toen de staat Israël uiteindelijk in 1948 werd gesticht, werden grote aantallen Joden uit Arabische en islamitische landen afgeslacht en met geweld verdreven uit hun voorouderlijke huizen en gemeenschappen. Meer dan 90% van de Joodse bevolking in Irak en Jemen werd zelfs gedwongen om te vluchten voor hun leven. In Jemen woonden in 1948 55.000 Joden. In 2016 waren er nog maar 50 Joden over.

 

Jemen, bijvoorbeeld, had in 1948 een Joodse bevolking van 55.000 mensen. Door het welig tierende antisemitisme dat de Jemenitische Joden teisterde na de komst van de staat Israël, werden 50.000 Joden snel gedwongen om tussen 1949 en 1950 uit Jemen te evacueren. In 2016 waren er in heel Jemen nog maar 50 Joden over.

Yemeni Jews aboard a plane during the Operation Flying Carpet, 1949 (Credit: Wikimedia Commons)

Bovendien woonden er in 1948 ongeveer 160.000 Joodse mensen in Irak. Nadat de staat Israël was opgericht, werd Irak echter onder staat van beleg geplaatst en wijzigde de staat Irak zelfs zijn eigen wetboek van strafrecht, om zionisme tot een criminele activiteit te maken waarop de doodstraf stond. Shafiq Adas, een beroemde Joodse magnaat en “de rijkste Jood van Irak”, werd zelfs gearresteerd en publiekelijk opgehangen, omdat hij naar verluidt goederen aan de staat Israël had verkocht.

Bovendien voerde de premier van Irak, Nuri al-Said, persoonlijk campagne om de Joodse bevolking van Irak met geweld uit te roeien en te elimineren. Volgens de Britse ambassadeur, Sir Alec Kirkbride, “kwam Nuri Said… met het verbazingwekkende voorstel dat een konvooi van Iraakse Joden overgebracht moest worden naar Israël in legerwagens geëscorteerd door gepantserde auto’s… Of de Iraakse Joden zouden zijn afgeslacht of hun Iraakse bewakers zouden andere Arabieren hebben moeten neerschieten om het leven van hun gevangenen te beschermen.”

 

Tegen het einde van 1952 waren bijna 130.000 Joden Irak ontvlucht en tegen 2004 was de levendige Joodse gemeenschap in Irak gereduceerd tot een schamele 35 Joden in Bagdad.

Immigrants from Iraq soon after landing at Lod Airport, summer 1951 (Teddy Brauner, GPO)

 

Uiteindelijk werden 900.000 Joden gewelddadig verdreven uit islamitische staten en moslimnaties over de hele wereld tegen het einde van de jaren ’70. Echter, in de moderne tijd hebben de internationale gemeenschap en mensenrechtenactivisten hun inspanningen voornamelijk gericht op de 360.000 Palestijnen die werden verdreven als gevolg van het uitbreken van het Israëlisch-Palestijnse conflict.

De realiteit dat talloze Joden werden vermoord en op wrede wijze werden verdreven uit hun voorouderlijke huizen en gemeenschappen die ze meer dan 2500 jaar met liefde hebben bewoond, is in de vergetelheid geraakt en wordt in feite vaak ongegeneerd genegeerd door moderne politieke partijen, omdat de internationale gemeenschap niet bereid is om het intergenerationele antisemitisme dat al duizenden jaren door het hele Midden-Oosten waart, onder ogen te zien.

 

Geraadpleegde bronnen

Basri, Carole. “The Jewish Refugees from Arab Countries: An Examination of Legal Rights-A Case Study of the Human Rights Violations of Iraqi Jews”. in Fordham International Law Journal. 2002.
Jews in Islamic Countries: Iraq”. Jewish Virtual Library. [8 November 2023].
Jews in Islamic Countries: Yemen”. Jewish Virtual Library. [8 November 2023].
Ministry of Aliyah and Integration. On Eagles’ Wings”–Aliyah from Yemen (1949). 2022. [8 November 2023].
Morris, Benny. 1948: A History of the First Arab-Israeli War. Yale University Press, 2008.
Quotes from Arab and Islamic Leaders Regarding Jews and Israel”. Jewish Virtual Library. [8 November 2023].
United Nations. Progress Report of the United Nations Mediator on Palestine: In pursuance of paragraph 2, part II, of resolution 186 (S-2) of the General Assembly of 14 May 1948. 1948.
United States Department of State: Office of the Historian. Milestones: Creation of Israel, 1948. [8 November 2023].
United States Department of State: Office of the Historian. Milestones: The Arab-Israeli War of 1948. [9 March 2023].


Bronvermelding

Datum: 14-11-2023

Auteur: Will Barclay

Afbeelding bovenaan: Aish

Website: www.aish.com

EN / NL/ עב