Vertegenwoordigers van Israël, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten onder­teken­den maandag in Dubai, onder aus­piciën van de regering-Biden, een onge­kende over­een­komst, waarbij Jordanië Israël elektriciteit zal leveren in ruil voor ontzilt water.

Jordanië heeft grote stukken ongebruikt land in zijn woestijngebieden. Een bedrijf uit de VAE zal in de Jordaanse woestijn een enorme zonne-energiecentrale bouwen, die vervolgens zal voldoen aan een deel van de energiebehoefte van Israël. Israël zal tegelijkertijd Jordanië beginnen te voorzien van ongeveer tweemaal zoveel zoet water als het nu doet.

Elektrische energie
De zonne-energiecentrale, die in Jordanië zal worden gebouwd, zal ongeveer 1,2 gigawatt aan elektriciteit produceren. Het is de bedoeling dat de centrale over vijf jaar in bedrijf komt. De overeen­komst maakt toekomstige uitbreidingen van de centrale mogelijk, zodat deze tot 5 gigawatt aan elektriciteit kan produceren.

Verwacht wordt dat deze centrale Israël tegen 2030 zal voorzien van 7 tot 8 procent van de totale hoeveelheid hernieuw­bare energie die wordt gebruikt en 2% van het totale elektriciteits­verbruik van het land.

De centrale zal worden aangesloten op het Israëlische elektriciteitsnet, en de helft van de opgewekte energie zal onmid­dellijk rechtstreeks naar de Joodse Staat worden door­gestuurd. De andere helft wordt opgeslagen in Jordanië en ’s nachts naar Israël gezonden.
Verwacht wordt dat het project jaarlijks ongeveer 161 miljoen dollar zal opbrengen, te verdelen tussen Jordanië en Masdar, het staatsbedrijf van de VAE dat de centrale bouwt en exploiteert.

Drinkwater
Jordanië zal zijn aankoop van zoet water uit Israël verhogen tot 200 miljoen kubieke meter per jaar, ongeveer het dubbele van wat het momenteel koopt. De twee landen over­wegen de mogelijkheid van de bouw van een particuliere ontziltings­installatie aan de Middel­landse-Zeekust van Israël die speciaal voor het project is bestemd.

Hoe is deze overeenkomst tot stand gekomen?
Deze nieuwe samenwerking is de zoveelste vrucht van de Abraham Akkoorden. Hij is gebaseerd op een idee dat twee jaar geleden door EcoPeace Middle East is gepre­sen­teerd. Het omvat Israëlische, Jordaanse en Palestijnse milieu-activisten die samen­werking willen bevorderen en klimaat­verandering willen tegengaan, en tegelijk vreedzame betrek­kingen tussen de partijen willen bevorderen. De Amerikaanse klimaatgezant John Kerry heeft bemiddeld bij de overeenkomst middels telefoongesprekken met de Jordaanse koning Abdulla II en Israëls minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid.

Israël heeft meer energiebronnen nodig, bij voorkeur in de vorm van hernieuw­bare energie. Maar het heeft niet de ruimte om grote nieuwe zonne­centrales te bouwen. Jordanië heeft veel ongebruikte ruimte, terwijl het tege­lijkertijd dringend behoefte heeft aan vers drinkwater.

Gespannen verhoudingen tussen Jordanië en Israël onder voormalig premier Benjamin Netanyahu zorgden ervoor, dat het plan op de plank bleef liggen. Maar sinds de vorming van de Israëlische ‘regering van verandering’ zijn de betrek­kingen ontdooid en is het energie-voor-water-voorstel opnieuw op tafel gelegd.

De overeenkomst zou twee weken geleden worden ondertekend tijdens de klimaat­conferentie in Glasgow, maar premier Naftali Bennett vroeg om uitstel. Naar verluidt vreesde Bennett dat kritiek van de oppositie op het akkoord zijn mogelijk­heden om een nieuwe staats­begroting goed te keuren in de weg zou staan. Nu de begroting in de Knesset is goedgekeurd, kan de overeen­komst met Jordanië worden doorgezet.


Bronvermelding:
Datum:        24-11-2021
Auteur:        Rami Dabbas
Website:      israeltoday.nl


 

EN / NL/ עב