Tot nu toe is Israël opmerkelijk succesvol geweest in het beheersen van deze dreiging, terwijl Iran nog moet laten zien dat het concept werkt.

In april verklaarde de Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant “het einde van het tijdperk van beperkte conflicten” en waarschuwde hij voor de toekomstige waarschijnlijkheid van een multifrontenoorlog met Iran en zijn zogenaamde “verzetsas” als gevolg van een door Iran aangestuurde “convergentie van arena’s”.

Gallant beschreef niet een geheel nieuw fenomeen. De pogingen van Iran om een multifrontoorlog tegen Israël te coördineren zijn al tientallen jaren oud. De huidige situatie waarin Israël zich bevindt, maakt deel uit van een lang proces van concurrerende co-evolutie waarin Iran probeert de fronten te verenigen terwijl Israël ze probeert te isoleren. Tot nu toe is Israël opmerkelijk succesvol geweest in het beheersen van de dreiging, terwijl Iran nog moet laten zien dat het concept werkt.

Sinds 1991 rapporteert het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken over Iran als gastheer voor “een reeks hooggeplaatste ontmoetingen met Hezbollah en Hamas met het uitdrukkelijke doel om hun inspanningen tegen Israël te coördineren”. Dezelfde jaarlijkse rapporten maken melding van Palestijnse terroristische infrastructuur in Libanon en Syrië, dat Libanon rechtstreeks regeerde als een militaire kolonie van de jaren 1990 tot 2005.

Syrië en Libanon vormen een eenheid, operationeel en geografisch, sinds tenminste de jaren tachtig. De Islamitische Revolutionaire Garde van Iran (IRGC) gebruikte deze eenheid om zijn islamitische revolutie te exporteren en oorlog te voeren tegen Israël.

Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, waar Syrië zijn militaire macht aan ontleende, werd Syrië een afhankelijke cliënt van de IRGC.

De “verzetsas” die ontstond, bestond uit de IRGC en haar lokale Arabische afdelingen, zoals Hezbollah, de Palestijnse Islamitische Jihad (PIJ), Ansar Allah en verschillende andere sjiitische organen in Irak en Syrië. Het omvatte ook degenen die materieel volledig afhankelijk waren van Iran, zoals Syrië, Hamas en andere Palestijnse groepen. De as-partijen trachten een meervoudige oorlog tegen Israël op alle fronten te coördineren.

De eerste versie van deze oorlog was het terroristische element van de Palestijnse opstand die eind 1987 begon, bekend als de eerste intifada. Deze opstand werd aanvankelijk geleid en tot op zekere hoogte gekatalyseerd door PIJ en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina-Generaal Commando (PFLP-GC), een Syrische gevolmachtigde.

PIJ, dat al een ideologische verbintenis had met de Islamitische revolutie, werd volledig geïntegreerd in de commandostructuur van de IRGC toen Israël haar leiders in 1988 naar Libanon deporteerde. Kort daarna begon PIJ gezamenlijke aanvallen uit te voeren met Hezbollah. Honderden Hamas- en PIJ-leiders en -mensen werden in 1992 naar Libanon gedeporteerd, waardoor ze onder het bevel en de controle van de IRG kwamen.

Hoewel deze groepen in de jaren 90 voornamelijk opereerden vanuit het door Syrië gecontroleerde Libanon en de Palestijnse gebieden, gebruikten ze Syrië in het noorden en Soedan in het zuiden als hun hoofdkwartier en strategische uitvalsbasis, in alle drie de landen onder toezicht van de IRGC.

Voormalig woordvoerder en hoge functionaris van Hamas, Ibrahim Ghosheh, zegt dat hij aanvallen vanuit Libanon ter ondersteuning van de intifada coördineerde met de toenmalige secretaris-generaal van Hezbollah, Abbas al-Musawi, aan de zijlijn van een conferentie in Iran in 1991. De bijeenkomsten om de aanvallen van de verzetsas in Syrië en Iran te coördineren gingen de hele jaren ’90 door.

De onvoorwaardelijke terugtrekking van Israël uit Libanon in mei 2000 werd volgens Ghosheh een “directe factor” bij het lanceren van de tweede intifada. Hezbollah hervatte de aanvallen op Israël gelijktijdig met de Palestijnse aanvallen vanuit Gaza, Libanon en Judea en Samaria, waaronder het eerste gebruik van mortieren vanuit Gaza in 2001.

Hezbollah probeerde ook raketten te smokkelen naar Judea en Samaria om een derde raketfront te openen naast Libanon en Gaza, iets wat de IRGC blijft proberen, tot nu toe zonder succes.

Hezbollah begon ook Israëlische soldaten te ontvoeren als een openlijk “geschenk” voor de intifada in 2000. Vervolgens ruilde ze deze soldaten voor honderden Palestijnse gevangenen.

Toen Israël in 2004 Hamas-leider sjeik Ahmed Yassin vermoordde, verklaarde Hezbollah secretaris-generaal Hassan Nasrallah tijdens een gezamenlijke Hamas-Hezbollah herdenkingsdienst in Libanon: “Denk aan ons Hezbollah, van de secretaris-generaal en het leiderschap tot aan onze strijders en vrouwen, leden van Hamas en soldaten onder uw bevel.”

2006 was de derde herhaling van de multifrontoorlog, waarin Hamas Israëlische soldaten in een hinderlaag lokte en Gilad Shalit ontvoerde, wat Israël aanzette tot Operatie ‘Summer Rains’, de eerste grote grondoperatie sinds de eenzijdige terugtrekking van Israël uit Gaza.

Om de druk op Hamas te verlichten, lanceerde Hezbollah zijn eigen hinderlaag op Israëlische soldaten aan de Libanese grens, waarbij Nasrallah expliciet een verband legde tussen de twee gebeurtenissen en zei dat hij nu zou onderhandelen voor zowel Shalit als de soldaten die door Hezbollah werden vastgehouden. Dit leidde tot de Tweede Libanonoorlog, waarbij raketten uit zowel Gaza als Libanon werden afgevuurd.

Sinds 2019 is Israël er echter in geslaagd om PIJ niet alleen drie keer te isoleren van de rest van de verzetsas, maar zelfs van Hamas. Ondanks hun retoriek heeft geen van de verzetsgroepen sinds 2006 een serieuze poging gedaan om aanvallen te coördineren, behalve symbolische raket- en drone-lanceringen, als ze dat al deden.

Israël heeft ondertussen laten zien dat het de IRGC en de Iraanse nucleaire en raketinfrastructuur in door Palestijnen gecontroleerde gebieden, Libanon, Syrië, Irak en zelfs Iran zelf betrekkelijk ongestraft kan blijven aanvallen.

Hoewel het arsenaal raketten en drones en de lokale productiecapaciteit van de verzetsas van de IRGC naar verluidt enorm zijn toegenomen in kwaliteit en kwantiteit, en de as de macht in Syrië heeft geconsolideerd en Irak en Jemen vrijwel heeft veroverd, is er tot nu toe geen bewijs van een “convergentie van arena’s”.

Integendeel, de IRGC mag dan wel één geïntegreerd netwerk zijn in het hele Midden-Oosten en zowel haar aantallen als haar territoriale controle en dodelijkheid hebben vergroot, maar ze moet nog aantonen dat ze tot meer in staat is dan symbolische lokale vergeldingsacties tegen Israëlische aanvallen en aanslagen, laat staan dat ze een echte multifrontoorlog kan coördineren.

__________________________________________________________________

Bronvermelding:

Datum:
6-6-2023

Auteur:
Oved Lobel

Beeld:
Nasrallah with Ali Khamenei and Qods Force commander Qassem Soleimani.

 

EN / NL/ עב