We lezen
Gen. 28:10 t/m 32:2(3);  Hos. 11:7 t/m 14:10; Joh 1:43-51

Introductie schriftgedeelte:
Jakob nu vertrok uit Berseba en ging naar Haran.
Hij bereikte de plaats waar hij overnachtte, want de zon was ondergegaan. Hij nam een van de stenen van die plaats, maakte daar zijn hoofdkussen van, en legde zich op die plaats te slapen.
Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder geplaatst, waarvan de top de hemel raakte, en zie, de engelen van God klommen daarlangs omhoog en omlaag.
En zie, de HEERE stond boven aan die ladder en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven.
Uw nageslacht zal talrijk zijn als het stof van de aarde en u zult zich uitbreiden naar het westen, het oosten, het noorden en het zuiden. In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.
En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!
Genesis 28:10-32 (Herziene Staten Vertaling)

In de parasha van deze sabbat vertrekt Jacob vanuit Beer Sheva naar Haran. En de parasha van deze sabbat is vernoemd naar dat vertrekken. Maar dat hebreeuwse woord Wajetsee kan zowel ‘en toen vertrok hij’ en ‘en toen ging hij op weg’ betekenen. En daar kan een levensgroot verschil tussen zitten.

Vertrekken is het achterlaten van een situatie waarbij het vooral gaat om die situatie. Iets dat achter gelaten word. Zoals Jacob de problemen met Ezau achter zich wil laten. Op pad gaan is meer zoals Abraham gehoor gaf aan het ‘Lech Lecha’ (ga voor jezelf) dat de Eeuwige hem toesprak.
Ondanks dat het vertrek van dat Jacob duidelijk een vlucht was, blijkt deze uiteindelijk te resulteren in een naamsveranderende ontmoeting: Jacob wordt Israël. Een gebeurtenis die slechts mogelijkheid werd omdat Jacob was gedwongen te vertrekken vanuit elke vorm van zekerheid om zodoende zichzelf tegen te komen. En terugkijkend blijkt dat het ‘vertrekken’ van Jacob alsnog een ‘op weg gaan’ met de Eeuwige te zijn geweest.
De geschiedenis van deze sabbat nodigt ons uit om naar ons eigen leven te kijken. Hoe zit het met ons? Zijn wij aan het vertrekken; in de zin van de problemen ontvluchten? Of zijn wij op reis? Op reis met de Eeuwige om hem uiteindelijk te mogen ontmoeten?

Een ontmoeting van aangezicht tot aangezicht? Verlangen wij ook, net als Paulus, naar dat moment om de Eeuwige zelf te ontmoeten waarover hij spreekt in 1 Korinthe 13 vers 12? Zien wij ook uit naar dat moment waarop alles wat nu nog duister en verward lijkt kristalhelder zal worden?

Ik wens u een goede reis!

Uitzending
Iedere vrijdag 21:00 uur

Herhalingen
zaterdag   02:00, 10:00 uur en 19:00 uur
zondag     02:00 en 09:00 uur
maandag  02:00 uur

Ik wens u een gezegende sabbat!

Presentatie: Tony Jurg

EN / NL/ עב