We lezen: Leviticus 1:1 – 5:38, 1 Samuël 15:1-38 en Hebr.10: 5 – 18
In de geloofsopvoeding is het onderwijs rond alle offergaven in boek Leviticus van belang omdat de tekst je onderwijst waarom en hoe je de hemelse Vader kunt naderen – qarab. Dan gaat het de HEERE vóóreerst om een ootmoedig en toegewijd hart en niet om de offergaven – qorbanot zelf. Samuël moet dat Saul in verschillende toonaarden duidelijk maken, wanneer Saul nalatig is in uitvoeren van de opdracht die de HEERE hem had gegeven: “alles van Amalek met de ban te slaan”. Amalek als type van de Satan staat ten diepste Gods wil in zijn hoogmoed voortdurend tegen en zoekt de naam Israël, de naam die de Messias meekrijgt, Jesaja 49:3 te lasteren en uit te wissen.
Die strijd werd al duidelijker met de uittocht uit Egypte en zette zich voort bij de inname van het land dat de HEERE Zijn volk als erfdeel gaf, wordt elk jaar herdacht met het Purimfeest en krijgt in onze tijd vorm doordat Gog zich zal keren tegen de terugkeer van de stammen van Jakob uit het land van het Noorden en uit alle landen, Ezech.38:18. Mozes leerde Jozua dat de overwinning in die strijd alleen besloten ligt in volhardend en gelovig gebed. Hebr.5:7-10 getuigt: Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst, en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden, en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden, door God aangesproken als hogepriester naar de ordening van Melchisedek. Jesjoea heeft de weg van volkomen gehoorzaamheid vrijwillig op zich genomen. In Hebr.10:5 – 7 staat aldus opgetekend: Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad. Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik – in de boekrol staat van Mij geschreven – om uw wil, o God, te doen.
Je offergaven – qorbanot drukken als het goed is uit wat er in je hart leeft, juist als dat tot tranen toe gebroken is door het leed dat je te dragen krijgt. Maar wie met tranen zaaien zullen met gejuich oogsten. Met lofoffers en tranen mogen we vrijmoedig en ootmoedig volhardend naderen tot de troon der genade. “Jahweh Nissi – de HEERE is mijn banier, met de hand op de troon van de HEERE is de strijd tegen Amalek van generatie op generatie. Die strijd raakt alle volken, daarom kunnen we het Purim feest van harte meevieren naar de woorden uit Esther 8:15-16 en 9: 26-28.
Chag Sameach Purim
Presentatie: Robert Berns