We lezen:
Genesis 18-22 en 2 Koningen 4
De HEERE verschijnt aan Abraham en kondigt de geboorte van Izaak aan. Ondanks hun ouderdom en kinderloosheid ontvangen Sarah en Abraham een zoon. Zo ook de Sunamitische die kinderloos was en op het gebed van Elisa een zoon ontvangt, en die jongen bovendien uit de dood opwekt.
Er zijn meerdere parallellen in beide tekstgedeelten te vinden. De kern is dat de HEERE naar elk persoon omziet. Hij kent ieders hart en werken en zal een ieder belonen naar de onbaatzuchtige liefde die hij of zij vrijwillig betoonde. Ook het kwaad ziet Hij en als de maat vol is dan straft Hij het. Hij wilde weten of de zonden van Sodom en Gomorra inderdaad ten hemel schreiend is. Aan Zijn vriend en profeet Abraham verbergt Hij Zijn voornemen niet. En de gezindheid van Abraham wordt zichtbaar wanneer hij pleit omwille van de weinige rechtvaardigen de steden nog toch te behouden. Maar er waren er nog slechts drie, Lot en zijn beide dochters.
Het woord zien – Ra’ah komt op diverse wijze in de tekst naar voren. Zo ziet Sarah dat de minachting van Ismaël voor Izaak tot grote problemen zal gaan leiden. Abraham moet Hagar met haar zoon wegsturen. De HEERE opent haar ogen niet alleen voor een waterbron, maar dat Hij haar en haar zoon zal zegenen en tot een groot volk zal maken, omwille van Abraham. Jesjoea wijst eveneens op de beloning van de Vader. Wie Hem getrouw dient boven al het andere zal mogen ingaan tot de vreugde van de HEERE.
Uitzending
Iedere vrijdag 21:00 uur
Herhalingen
zaterdag 02:00, 10:00 uur en 19:00 uur
zondag 02:00 en 09:00 uur
maandag 02:00 uur
Ik wens u een gezegende sabbat!
Shalom,
Presentatie: Robert Berns