We lezen bij parashat Ha’Azinoe: Deut.32:1 – 52 en de Haftarah: 2 Samuël 22:1 – 51.

Dit is het tweede lied van Mozes dat hij vlak voor zijn overlijden aan het volk meegeeft. Dit lied moeten zij uit het hoofd leren en aan de generaties doorgeven. Het getuigt ervan dat de tweede wet, deutero-nomos, dit tweede verbond in de vlakte van Moab gegeven naast het eerste verbond op de Horeb (Deut.29:1) met zegeningen en de vloeken is bekrachtigd. Wanneer het volk geen van Gods geboden meer gehoorzaamd dan zal ballingschap volgen. Na vele jaren echter zal JHWH in Zijn verbondstrouw hen terugroepen naar het erfdeel en daar hun harten besnijden, hun oren openen zodat zij zich tot de Messias zullen keren.

De hemel en de aarde worden als getuigen opgeroepen. In Openbaring 15 zingen, aan de zee doorzichtig als kristal, voor Gods troon, de overwinnaars over het beest dit lied van Mozes, de knecht van God en ook het lied van het Lam – Arnios. Dit Griekse woord komt bijna uitsluitend alleen in Openbaring voor. Wat is de relatie tussen deze beide liederen? Wat betekent de titel het Lam en waar komt deze titel en de titel “het beest” in de schrift voor?

We vinden de woorden van dit lied terug in Deut.32 vers: 3 en 4 ik zal de naam des Heren uitroepen; geeft grootheid onze God, de Rots, wiens werk volkomen is, omdat al zijn wegen recht zijn; een God van trouw, zonder onrecht, rechtvaardig en waarachtig is Hij. En vers 39 Ziet nu, dat Ik, Ik het ben, daar is geen God, behalve Mij. Ik dood en doe herleven, Ik verbrijzel en Ik genees, en niemand is er die redt uit mijn macht. In deze verzen zegt JahWeH – Ik ben de rechte weg, de Waarheid en het Leven. Jesjoea neemt de woorden van dit lied in Zijn mond en past die op Zichzelf toe.

Uitzending
Iedere vrijdag 21:00 uur

Herhalingen
zaterdag   02:00, 10:00 uur en 19:00 uur
zondag     02:00 en 09:00 uur
maandag  02:00 uur

Luister je weer mee?

Shalom,

Presentatie: Robert Berns

EN / NL/ עב