De jongen die Auschwitz tekende is een volledige, openhartige en soms pijnlijk waarheidsgetrouwe getuigenis van het lijden dat geen enkel mens zou mogen ondergaan.

De jongen die Auschwitz tekende is een werkelijk uitzonderlijk getuigenis van iemand die moest vechten voor zijn bestaan in het vernietigingskamp Auschwitz en daarna in het concentratiekamp Buchenwald tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het boek is om twee redenen uniek. Ten eerste was de auteur slechts 13 jaar oud toen hij en zijn moeder het beruchte selectieproces net buiten de poorten van Auschwitz ondergingen. Hoewel beiden ontsnapten aan een onmiddellijke mars naar de gaskamers, zag Thomas Geve zijn moeder nog maar één keer en heel kort. Hij heeft nooit ontdekt hoe of wanneer ze stierf. Het was dus als jongen die nog maar net in zijn tienerjaren was en zonder enige vorm van steun, dat hij moest leren overleven in de meest barre omstandigheden.
Ten tweede was Geve vastbesloten om bij te houden wat hij dag na dag meemaakte. Hij begon zijn indrukken van het leven in de kampen te tekenen met houtskool en cementzakken die hij tijdens het metselen in Auschwitz bij de hand had. Na de oorlog tekende hij deze schetsen opnieuw en voegde meer toe van wat hij zich herinnerde. Tweeëndertig van deze tekeningen, in kleur, zijn in het boek opgenomen. Ze laten een reeks levendige scènes zien, van binnenuit gezien, van het kampregime.
Het leven van de auteur verteld door kunst en foto’s
Het boek is door het hele verhaal heen geïllustreerd met zwart-witfoto’s die het leven van de auteur schetsen vanaf zijn geboorte in Stettin in 1929. Zijn vader was een dokter die zijn baan verloor nadat Hitler in 1933 aan de macht kwam. Toen de antisemitische vervolging door de nazi’s toenam, besloot het gezin dat Geve’s vader naar Engeland zou reizen en dat hij en zijn moeder zich later bij hem zouden voegen. Ondertussen zouden ze tijdelijk bij opa en oma in hun appartement in Berlijn wonen. Alleen kwam deze keuze te laat. Zijn vader vertrok in de zomer van 1939 naar Engeland en toen de oorlog in september uitbrak zaten Geve en zijn moeder vast in Berlijn. Begin 1942 ontving de familie een brief van Geve’s vader in Londen via het Rode Kruis.
Het is goed gedocumenteerd dat sommige Joden in Berlijn tot begin 1943 een teruggetrokken bestaan konden leiden. De totale liquidatie van de overgebleven Joodse gemeenschap in Berlijn begon eind februari 1943.
Entrance gate at Auschwitz concentration camp (credit: VIA WIKIMEDIA COMMONS)
Of het nu kwam door zijn jeugd of het feit dat hij uit Berlijn kwam, of later dat hij Duits sprak tussen zijn veeltalige medegevangenen, Geve kreeg vaak hulp en zelfs vriendelijkheid uit onverwachte hoek. Die gebaren hebben, zelfs in Auschwitz, meer dan eens zijn leven gered. Het was precies zo’n gebaar van een kennis van zijn moeder dat hen in staat stelde om tot het einde in Berlijn te overleven.
Op een gegeven moment werden ze gearresteerd, maar in plaats van onmiddellijk naar het oosten gedeporteerd te worden, kreeg Geve een baan als begraafplaatsmedewerker die graven groef en doden begroef. “Deze snotaap zal genoeg werk hebben,” zei een van de Duitse officieren die zijn aanvraag goedkeurde.
Ondertussen leefden hij en zijn moeder in een verder verlaten appartement. Maar al snel werd hun situatie onmogelijk, dus besloten ze zichzelf aan te geven bij de autoriteiten en op weg te gaan naar het werk dat hen in het oosten te wachten stond. Geve schetst een levendig beeld van de volgepakte veewagenreis naar Auschwitz, met alleen een klein traliewerk om wat lucht binnen te laten en één toiletemmer.
Toch vertelt hij dat tijdens de tweedaagse reis hun bewakers, die verre van meedogenloze SS’ers waren die ze zouden ontmoeten, hen af en toe naar een eenzame plek op het platteland lieten gaan voor een korte wandeling, het vinden van een latrine, het legen van de toiletemmer en het halen van het broodnodige water. Hij vertelt ook over de verhitte ruzies onder de gevangenen over wie wat moest schoonmaken.
“Beleefdheid en sympathie waren verdwenen,” schrijft hij, “en luidden een meedogenloze strijd om te overleven in.”
Het is die 22 maanden durende strijd die Geve in met openhartige en gruwelijke details beschrijft en illustreert. We leren over de standaard straf met zweepslagen, waarbij kandidaten op een schavot werden vastgebonden en 25 tot 100 keer werden geslagen. “Sommigen,” schrijft Geve, “kwamen nooit meer terug.”
Hij vertelt over het kampbordeel in blok 24, boven de kamer van het kamporkest. De twee dozijn vrouwen kwamen uit het hele kamp en sommigen van hen, merkt Geve op, “hadden het oudste beroep al uitgeoefend.” Ze bedienden zowel gevangenen als bewakers. Duitse gevangenen mochten hen om de twee weken bezoeken. Andere gevangenen, behalve Russen, Roma en Joden, kregen om de paar maanden toegang.
De vrouwen gooiden soms een rantsoen brood uit hun raam naar een gevangene die er bijzonder zwak uitzag.
“We konden niet anders dan respect voor hen hebben,” merkt Geve op.
Toen de nederlaag het naziregime in het gezicht begon te staren, werd Auschwitz ontruimd en werden de gevangenen gedwongen tot een lange mars. Geve kwam terecht in kamp Buchenwald, waar hij de laatste maanden van de oorlog en de eerste maanden van de vrede doorbracht. Omdat hij nergens heen kon en in ieder geval te zwak was om ver te lopen, vond hij een voorraad ansichtkaarten en kleurpotloden in de verlaten kantoren en tekende hij zo’n 80 tekeningen van zijn leven in de kampen.
Dankzij de vrijgevigheid van Zwitserland werd Geve zes maanden lang opgevangen door een Zwitsers gezin om te herstellen en vervolgens vloog hij naar Londen om zich bij zijn vader te voegen.
Hoe hij er, na een mislukte poging, in slaagde om zijn verhaal in 1958 gepubliceerd te krijgen en vervolgens in een uitgebreidere versie in 1987, vertellen hij en zijn dochter Yifat in een video die is geproduceerd en uitgebracht op YouTube door het New Yorkse Museum of Jewish Heritage.
Hierin beschrijft Charles Inglefield hoe hij geïntrigeerd raakte door Geve’s verhaal en betrokken raakte bij het bewerken en herzien ervan om ‘The Boy Who Drew Auschwitz’ te maken, een nieuw verhaal voor een nieuwe generatie lezers. In de video draagt Geve dit boek op aan “de 40 gevangenen die me hebben geholpen om twee jaar concentratiekamp te overleven”.
Helemaal aan het begin van het boek somt Geve de 18 gevangenen op van wie hij zich de namen herinnert. De anderen blijven anoniem.
De jongen die Auschwitz tekende is een volledig, openhartig en soms pijnlijk waarheidsgetrouw verslag van Geve’s ervaringen. Het is zijn persoonlijke getuigenis van het lijden dat geen enkel mens zou moeten doorstaan, laat staan een jonge tiener – een verslag dat levendig wordt geïllustreerd door de tekeningen bij zijn verhaal.
Dit is een boek dat het verdient om gelezen te worden.

_________________________________________________________

Bronvermelding:

Datum:
26-7-2023

Auteur:
Neville Teller

Beeld
ILLUSTRATION FROM ‘The Boy Who Drew Auschwitz.’ (photo credit: HarperCollins)

Website:
www.jpost.com

 

EN / NL/ עב