Geschreven door Avi Abrams

Wat is er met de tien stammen gebeurd en waar leven ze vandaag de dag?

Bijbelse archeologie heeft de afgelopen anderhalve eeuw een lange weg afgelegd. Bij ontdekkingen in de moderne tijd zijn oude steden, huizen, tempels, stenen tafelen, grafgrotten, munten, sieraden, kleding, wapens en meer opgegraven, die allemaal getuigen van hoe het leven werkelijk was tijdens de Bijbelse periode.

Er zijn enkele ontdekkingsreizigers die op zoek zijn naar de tien verloren stammen van Israël, de meerderheid van de Joodse natie die door de eeuwen heen werd veroverd, met geweld ontheemd, vermoedelijk geassimileerd in andere naties en het contact met de rest van het Jodendom in de wereld verloor.

De afgelopen jaren is er voor deze zoektocht een hernieuwd enthousiasme ontstaan onder bepaalde inheemse volkeren. De afgelopen jaren is er voor deze zoektocht een hernieuwd enthousiasme ontstaan onder bepaalde inheemse volkeren van Azië, Afrika en daarbuiten, die tradities, gebruiken en historische herinneringen behouden die verband houden met het Joodse volk. Maar eerst een stukje historische context.

 

De 12 stammen

De grondlegger van de Joodse natie was Abraham. De familie-erfenis van het monotheïsme (later bekend als het jodendom) werd doorgegeven aan zijn zoon Isaac, die het doorgaf aan zijn zoon Jacob, die een alternatieve naam kreeg: Israël. Israël had 12 zonen; Ruben, Simon, Levi, Juda, Dan, Naftali, Gad, Aser, Issaschar, Zebulon, Jozef en Benjamin. Tijdens een wereldwijde hongersnood migreerde het gezin naar Egypte, waar ze zich aanzienlijk vermenigvuldigden. De twaalf zonen van Israël ontwikkelden zich tot de twaalf stammen van Israël, ook wel bekend als de Kinderen van Israël, zoals de Bijbel het vaakst verwijst naar het Joodse volk. (De stam van Jozef werd feitelijk twee stammen, afstammelingen van zijn twee zonen, Efraïm en Manasse.) De twaalf stammen erfden uiteindelijk twaalf delen van het grondgebied binnen het land Israël, en dit bleef eeuwenlang zo. Ongeveer 3000 jaar geleden werden de 12 stammen verenigd in een verenigde politieke entiteit onder leiding van koning David en geërfd door zijn zoon, koning Salomo. Deze verenigde Joodse monarchie duurde ongeveer 73 jaar en werd het koninkrijk Israël genoemd.

Met de opvolging van Salomo’s zoon Rehabeam bleven slechts twee van de stammen, Juda en Benjamin, gelegen in het zuiden van het land, trouw aan de Davidische dynastie, terwijl de andere tien stammen onder leiding kwamen van een belastingsinner uit de stam Efraïm; bekend als Jerobeam. Het rijk van Jerobeam behield de naam; Het koninkrijk Israël, aangezien het de meeste Israëlitische stammen omvatte en het rijk van Rehabeam stond bekend als het koninkrijk Juda, omdat de stam Juda veel groter was dan Benjamin.

De twee Joodse koninkrijken, Juda en Israël, voerden soms oorlog met elkaar en andere keren werkten ze met elkaar samen, zowel voor handelsdoeleinden als om wederzijdse externe bedreigingen te bestrijden. In het jaar 722 BCE (Before the Common Era) versloeg het Assyrische rijk het koninkrijk Israël en deporteerde het grootste deel van zijn bevolking met geweld. De vraag die al generaties lang de belangstelling van geleerden heeft gewekt, is: wat is er met de tien stammen gebeurd? Waar zijn ze terechtgekomen en wie zijn ze vandaag de dag?

 

Waar zijn ze terechtgekomen?

De Bijbel geeft enkele aanwijzingen over de bestemming van hun deportaties uit het oude Israël: ”In het negende jaar van Hosea nam de koning van Assyrië Samaria in en verbande de Israëlieten naar Assyrië, en hij repatrieerde hen naar Halah en naar Habor, de rivier van de Gozan en de steden van Medië” (Koningen 17:6). Het is duidelijk dat het algemene gebied waar we het hier over hebben, verwijst naar het Assyrische thuisland in wat nu Noord-Syrië, Noord-Irak en Noordwest-Iran is; met andere woorden het hedendaagse Koerdistan. Hoewel de Bijbelse plaatsnamen worden betwist, wordt algemeen aangenomen dat de verwijzing naar ”de steden van Medië” zich in de regio Hamadan (Iran) bevindt. Hoewel er in dat gebied geen sporen zijn van de verloren stammen, zou het een startpunt kunnen zijn geweest voor een migratie verder naar het oosten.

 

Afghanistan en Pakistan

De Pashtun-stammen van Afghanistan en Pakistan die in de oudheid vanuit het noordwesten van Iran naar het gebied migreerden, hebben zoekers naar de tien verloren stammen al lang geïntrigeerd. Oppervlakkig gezien gaat het om een groep van 25 miljoen mensen die een strenge vorm van de soennitische islam praktiseren. Veel leden van de Pashtun zijn daadwerkelijk verbonden aan de Taliban, dus het is niet bepaald de eerste plaats waar je zou verwachten dat er verloren Joodse stammen zouden worden gevonden, maar er is meer aan de hand.

De Pashtun hebben historische herinneringen aan hun voorouders, afkomstig uit het oude Israël. Hun stamnamen lijken sterk op Israëlitische stamnamen; Rubeni, Gadi, Ashuri, Efridi, Shinwari, Lewani en Yousefzai. Veel Pashtunmensen hebben een uitgesproken Semitisch uiterlijk, in tegenstelling tot andere stammen in Afghanistan en Pakistan. Ze besnijden mannelijke baby’s op de achtste dag, vrouwen steken op vrijdagavond kaarsen aan, ze praktiseren leviraatshuwelijk en hebben zelfs toevluchtssteden zoals voorgeschreven door de Bijbelse wet. In tegenstelling tot typisch moslimgebruik gaan de Pashtun heen en weer wanneer ze de Koran lezen, op een vergelijkbare manier als joden die zich bezighouden met gebed gebed en Thorastudie. Veel van de Pashtun hebben ook zijsloten die lijken op die van orthodoxe Joden. Interessante verbindingen!

 

India

Binnen India zijn er verschillende groepen die beweren af te stammen van de tien stammen, waaronder de Bene Israël, de Bene Ephraïm en de Bene Menashe. Het boek Esther lijkt erop te wijzen dat er in alle provincies van de Koning Ahasveros een Joodse bevolking was: ”Het werd geschreven overeenkomstig alles wat Mordechai geboden had, aan de joden en aan de satrapen en de gouverneurs en aan de prinsen van de provincies uit India tot Cush.” (Esther 8:9)

Joden van Cochin, een joodse familie in Malabar (1900)

 

Al deze groepen beoefenden de meest fundamentele niveaus van het Jodendom, de besnijdenis en de sabbat, zonder veel meer kennis over hun Joodse wortels te behouden. Tussen de 18e en 20e eeuw kwamen deze groepen steeds meer in contact met het Jodendom in de wereld en begonnen ze het Jodendom in groetere mate te beoefenen. In de nasleep van de Israëlische onafhankelijkheid zijn grote delen van deze bevolkingsgroepen naar Israël geëmigreerd, maar velen blijven achter.

Ethiopië

Er wordt al lang getheoretiseerd dat de  Who Are the Ethiopian Jews? – Aish.com Beta Israël-stammen van Ethiopië leden zijn van de tien verloren stammen. Volgens de plaatselijke traditie zijn zij afstammelingen van de stam Dan, die vóór de ballingschap het oude Israël verlieten. Een andere traditie vindt hun oorsprong in de verbintenis tussen koning Salomo en de koningin van Sheba, wiens bezoek aan Jeruzalem werd opgetekend in het Boek der Koningen.

Interessant genoeg legde het Judaïsme dat door Ethiopische Joden werd beoefend een te grote nadruk op bepaalde joodse gebruiken, zoals de zuiverheid van het gezin, in die mate dat getrouwde vrouwen tijdens hun menstruatiecyclus daadwerkelijk naar een ander huis (of hut) verhuisden. Ethiopische Joden waren ook niet bekend met de gebruikelijke gewoonte van de tefillien (gebedsriemen), die door mannen wordt beoefend. Dit wijst op een jodendom dat onderwezen zou kunnen zijn door een joodse vrouw na haar bekering, iemand als de koningin van Seba. De profeet Jesaja heeft zelfs melding gemaakt van Joodse gemeenschappen in Noordoost-Afrika: ”En het zal geschieden dat op die dag de Heer voor de tweede keer met Zijn hand het overblijfsel van Zijn volk zal verwerven, dat overgebleven zal zijn in van Assyrië en uit Egypte en uit Pathros en uit Cush en uit Elam en uit Sumerië en uit Hamath en van de eilanden in de zee.” (Jesaja 11:11).

Pathros wordt beschouwd als Zuid-Egypte en Cush wordt geïntepreteerd als Soedan of Ethiopië.

 

Conclusie

Er zijn in feite tientallen etnische groepen over de hele wereld die beweren dat ze van Israëlische afkomst zijn, sommige met sterkere onderbouwing en andere met minder bewijs. Hierboven zijn slechts de meest voorkomende gevallen benadrukt. Het is interessant om op te merken dat de huidige Joodse bevolking van zo’n 15 miljoen niet veel meer is dan 3000 jaar geleden. Terwijl we steeds meer etnische groepen ontdekken die banden hebben met het oude Israël, zien we misschien een Joodse familiereünie op grote schaal, zoals door de profeten werd gesproken: ”Zo zegt de Heer God: Ik zal het stuk hout van Jozef nemen, dat in de hand is van Efraïm en de stammen van Israël, zijn metgezellen, en ik zal ze bij hem plaatsen met het stuk hout van Juda en ik zal er één stuk hout van maken; één stok en zij zullen één worden in Mijn hand” (Ezechiël 37:19).


Bron tekst en foto’s: The Search for the Ten Lost Tribes – Aish.com

 

EN / NL/ עב