De Israëlische president Isaac Herzog veroorzaakte opschudding in de christelijke wereld met zijn recente opmerkingen over de profetie en de wonderbaarlijke wedergeboorte van de Joodse staat.

De Hebreeuwse datum was Iyar 5, 5709; op onze “christelijke kalender” was het 14 mei 1948. Het was op een vrijdagmiddag en Shabbat kwam eraan. David Ben Gurion kondigde aan zijn volk en aan de wereld “de oprichting van een Joodse staat in Eretz Israël, die bekend zal staan als de Staat Israël” afkondigde.

Wat de Joden zich realiseerden, zelfs toen Egyptische bommenwerpers boven Tel Aviv begonnen te verschijnen (want Israël werd hersteld, zowel uit de oorlog – de Holocaust – als in de oorlog – de Onafhankelijkheidsoorlog), was wat de voormalige Israëlische ambassadeur in de Verenigde Staten Michael Oren “een van de meest opmerkelijke en inspirerende prestaties in de menselijke geschiedenis” noemde.

Een volk dat tweeduizend jaar eerder uit zijn vaderland was verbannen, dat talloze pogroms, verdrijvingen en vervolgingen had doorstaan, maar dat had geweigerd zijn identiteit op te geven – integendeel, het had die identiteit aanzienlijk versterkt; een volk dat slechts een paar jaar daarvoor het slachtoffer was geweest van de grootste massamoord ter wereld, waarbij een derde van alle Joden ter wereld werd vermoord, dat volk keerde nu terug naar huis als soevereine burgers in hun eigen onafhankelijke staat.

We noemen het Onafhankelijkheidsdag. Het wordt de “oprichting” of “stichting” van Israël genoemd. “Wedergeboorte” zou beter zijn.

En er is nog een woord dat wordt gebruikt om de gebeurtenis te beschrijven: “tekumah” — “wederopstanding.” Het werd dit jaar herhaaldelijk gebruikt tijdens de met fakkels verlichte Holocaust-herdenkingsdienst in Yad Vashem in Jeruzalem.

Premier Naftali Bennett beschreef de Holocaustdag als een dag in het midden van “de drie weken van wederopstanding”, beginnend met Pesach op 15 april, “dat de geboorte van onze natie/volk markeert, volgende week (4 mei) verdergaat op de Herdenkingsdag voor de gevallen soldaten in de Israëlische strijdkrachten, en eindigt op de Onafhankelijkheidsdag van de Staat Israël (5 mei)”.

Holocaustoverlevende Zvi Gill vertelde hoe hij, na in 1945 uit een vernietigingskamp te zijn bevrijd en in datzelfde jaar alijah te hebben gemaakt, een van de eerste rekruten werd in wat de nieuwe IDF zou worden. “Ik maakte deel uit van de geboorte van de staat Israël. Er had geen andere wederopstanding kunnen zijn dan deze,” zei hij.

Een andere overlevende, Shmuel Blumenfeld, uitte zijn overtuiging dat degenen die uit de Holocaust naar Israël kwamen “het Joodse volk weer tot leven hadden gewekt”.

Maar het waren de woorden van de Israëlische president Isaac Herzog aan het begin van de dienst die iets van opschudding veroorzaakten – in ieder geval onder de christenen: “Drie jaar nadat de poorten van de kampen werden geopend,” zei hij, “werden de overlevenden van de Holocaust de helden van de wederopstanding…”

“Het verhaal van het Joodse volk en zijn wederopstanding is de meest diepgaande belijdenis van Ezechiëls visioen van de dorre beenderen,” vervolgde hij, voordat hij voordroeg uit het 37e hoofdstuk:

Zo zegt de Heere HEERE: ‘Zie, Ik zal uw graven openen en Ik zal u uit uw graven doen oprijzen, Mijn volk, en Ik zal u brengen in het Land Israël… Ik zal Mijn geest in u geven, u zult tot leven komen en Ik zal u in uw land zetten.

Het is merkwaardig – gezien het feit dat de Bijbel werd geschreven door Hebreeërs en helemaal gaat over het Volk Israël en het Land Israël – hoe niet-Joden zich vaak opwinden wanneer Joden ernaar verwijzen. Het is tenslotte hun boek. Het legt hun nationale geschiedenis vast  en het voorspelt hun nationale bestemming, een verbazingwekkend feit dat bijbelgeleerde Derek Prince ertoe bracht om de beroemde bewering te doen dat Israël de enige natie is waarvan de geschiedenis van tevoren was geschreven.

En de waarheid is dat de Bijbel altijd “in het gezicht” van het Joodse volk is. Ze kunnen er niet aan ontsnappen, zelfs als ze dat zouden willen. Nergens is dat duidelijker dan hier, in wat Ben Gurion uitriep tot “de Joodse staat”.

De kalender van Israël draait om de Bijbelse “feesten van de HEER.” Vanaf de jongste leeftijd leren de kinderen de Tenach – het zit in hun leerplan – zelfs op de meest seculiere Joodse scholen. Shabbat, Pesach, Shavuot en Sukkot breken het academische jaar en het werkjaar op. God komt in al hun woordenschat voor – niet als een godslasterlijk, wegwerp-vloek, maar als een verwijzing naar en een erkenning van de Almachtige. Wij, in onze zogenaamde christelijke naties, kunnen er alleen maar van dromen hoe het zou zijn als God en Zijn Woord zo’n centrale plaats zouden innemen in onze samenlevingen.

Maar terug naar “Tekumah” en een vraag die met recht kan worden gesteld in het licht van de door president Herzog geciteerde passage: Is op 14 mei 1948 de profetie van Dry Bones uitgekomen? Betekent Onafhankelijkheidsdag werkelijk de opstanding van Israël?

Uit de tekst blijkt duidelijk (ik moedig de lezer aan om naar Ezechiël 37 te gaan) dat de vooruitziende blik van Ezechiël slechts gedeeltelijk in vervulling is gegaan door de vestiging van deze staat. Het visioen dat hem werd gegeven is duidelijk verdeeld in twee delen – of fasen – van herstel.

Ten eerste is er de fysieke verzameling van het verstrooide Joodse volk “uit hun graven” om opnieuw te worden samengesteld als een politieke natie. Pas nadat de skeletten weer in elkaar zijn gezet, “van bot tot bot” en zijn bedekt met pezen, vlees en huid, wordt het bevel gegeven aan de roeach – de geest – om “van de vier windstreken te komen en deze verslagenen te beademen, opdat zij leven.”

In het begin van de vorige eeuw waren er twee “onmogelijke” verwachtingen bij tenminste enkele christelijke bijbelgeleerden: Ten eerste dat de Joden uit de hele wereld zouden terugkeren naar hun land en ten tweede dat dit weer bijeengebrachte volk een landelijke geestelijke opwekking zou meemaken. Deze verwachtingen werden onmogelijk geacht omdat er geen precedent voor was. De eerste fase, die nu aan de gang is sinds het begin van de Eerste Aliyah in 1882, gaat door, waarbij het laatste jaar een recordaantal nieuwe immigranten naar Israël markeerde in meer dan twee decennia.

Zij die de Bijbel geloven weten en verwachten dat, net zoals hun graven werden geopend en zij die in gevangenschap waren, fysiek werden en worden teruggebracht naar “hun eigen land”, zo zal ook de tweede fase van Israëls bestemming – een nog dramatischer fase – worden gerealiseerd.

Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken. (Jeremia 31:33-34)

Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan en zullen wij voor Zijn aangezicht leven. (Hosea 6:2)

Wat begonnen is, wat wij vieren met het Joodse volk op Onafhankelijkheidsdag, zal zeker uitlopen in de opwekking en de opstanding van geheel Israël.


Bronvermelding:
Datum:        10-05-2022
Auteur:        Stan Goodenough
Beeld:           Avshalom Sassoni / Flash90
Website:      israeltoday.nl


 

EN / NL/ עב