Als we de waarheden van de Bijbel serieus willen toepassen in ons dagelijks leven, moeten we nadenken over de manier waarop God met Zijn volk communiceert.

De meeste mensen in Bijbelse tijden waren analfabeet. Ze hadden geen Bijbel, boeken of doctrines om hen over God te leren. Het waren buitenmensen, boeren, vissers, herders en soldaten. Ze waren nuchter en praktisch, hadden grote gezinnen en hadden oplossingen nodig voor de dagelijkse uitdagingen van het leven op het platteland, het omgaan met het onvoorspelbare klimaat en het vechten tegen hun voortdurende vijanden. Zij hadden praktische oplossingen nodig.

God kwam hen tegemoet met actie. Hij redde, bevrijdde, stuurde regen of droogte. Hij leidde, voedde, vocht en sprak met hen. Niet via een filosofie, maar in zijn aanwezigheid. God communiceert door de incarnatie: “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.

De Joden ontwikkelden nooit systematische theologieën zoals we die in het christendom aantreffen. Het idee dat men de levende God kan kennen of Zijn wegen kan begrijpen door doctrines of voorschriften is vreemd aan de levenswijze van de Hebreeën. Voor Israël werd God gekend door Zijn daden, door wat Hij voor hen en door hen doet in de geschiedenis.

Het idee dat God gekend kan worden door speciale kennis is een Grieks idee dat bekend staat als gnostiek, een wijdverbreid concept dat lang geleden door de vroege Joodse kerk werd verworpen. De God van Abraham openbaarde zich niet aan mensen door kennis. Hij had gemeenschap met hen.

Daarom legde het Joodse volk zoveel nadruk op feesten en verhalen gedurende hun hele geschiedenis. Wij vertellen de daden van God in de geschiedenis op bepaalde tijden, op sabbatten en jaarlijkse feesten door het jaar heen. Wij herinneren ons wat wij persoonlijk, praktisch en ervaringsgericht over Hem hebben geleerd. Hij is “de God die er is” (shammah), zegt Ezechiël, en Hij is degene die nu aanwezig is, die leidt, onderwijst, troost en vermaant.

De rabbijnen leren dat het verhaal van Israël in de Schrift alles is wat we nodig hebben om te weten wat goed en wat kwaad is, wat God verlangt en wat Hij veracht. Zelfs in hun dagelijkse gebeden worden de daden van God verhaald en van generatie op generatie doorgegeven. De God van de Bijbel is een God van actie. Zijn woorden worden ondersteund door Zijn daden, niet alleen door ideeën of filosofieën zoals in het boeddhisme en andere oosterse godsdiensten.

De meeste godsdiensten onderwijzen filosofische concepten over waarheid, werkelijkheid en menselijkheid. De Bijbel is het verhaal van wat God doet en zal doen. Het eerste boek van Mozes (Genesis) begint met Zijn scheppingsdaden, en de verhalen beschrijven wat Hij deed en beloven dat ook wij Hem kunnen kennen en wat Hij zal doen.

De essentie van Bijbels geloof is een claim, geen geloofsbelijdenis. Het is een antwoord op Degene die voor ons zorgt en wordt een manier van denken en leven. Geloof en actie. Het christendom heeft vaak de nadruk gelegd op juist denken, juiste doctrines, geloof in aanvaarde geloofsbelijdenissen. Maar een dogma is iets waarin je met je verstand gelooft, en dat is slechts een deel van wat het betekent om mens te zijn. Religieuze overtuigingen maken deel uit van de ervaring van een geloofsleven.

Het gevaar van geloofsbelijdenissen en dogma’s ligt in hun neiging een levend geloof te vervangen. Maar een systeem van overtuigingen kan het optreden van de Koning en Zijn koninkrijk op alle gebieden van ons leven niet vervangen. Zoals de uitspraak “Ik geloof in de Verenigde Staten van Amerika” iemand nog geen burger maakt, zo maakt de belijdenis “Ik geloof in …” iemand nog geen christen. Een Amerikaans staatsburger is iemand die trouw zweert aan de grondwet, inclusief de verplichtingen, verantwoordelijkheden en bescherming die daarbij horen. Onze relatie met God kan ook niet beperkt blijven tot een geloofsbelijdenis, maar is een verbintenis om met Hem en onder Zijn voortdurende leiding en bescherming te leven.

De controverse tussen “geloof en werken”, die zo’n belangrijke kwestie werd in het christendom, was nooit een kwestie in het Jodendom. Voor Joden en het Jodendom is de vraag: Wat is de juiste manier om te leven? Wat moet ik doen? Het leven kan niet worden gescheiden in daden en overtuigingen of gedachten en handelingen. Alles wat iemand denkt en doet maakt deel uit van wie hij is.

Als we begrijpen dat God met ons communiceert via de incarnatie, dat we Hem en Zijn aanwezigheid ervaren in ons dagelijks leven, zullen we niet in verwarring raken als we onze weg zoeken in het doolhof van religieuze opvattingen en intellectuele veronderstellingen, maar zullen we hem herkennen zoals we zelf worden herkend.

De wereld heeft meer nodig dan onze persoonlijke heiligheid, onze goede bedoelingen of religieuze instellingen. Wij hebben Immanuël nodig – God met ons.


Bronvermelding:
Datum:         10 maart 2023
Auteur:        David Lazarus
Beeld:           Mila Aviv / Flash90
Website:      israeltoday.nl


 

 

EN / NL/ עב