Ik zou het graag anders zien, maar helaas is het niet anders. Nogal eens komt een Nederlandse toerist bij ons klagen. Nee, over het weer, het eten en het natuurschoon zijn ze vol lof. Hun klacht betreft de inwoners van het land. Laat ik het maar ronduit zeggen: Het gedrag van veel Israëli’s valt ze bar tegen. ’Israëli’s schreeuwen, zijn ongeduldig en stromen bepaald niet over van vriendelijkheid’; zo ongeveer klinkt het dan.
Dilemma
Daar zit je dan. Wanneer zo’n opmerking wordt geplaatst, dan zitten de emoties vaak aan de oppervlakte. Dat is oppassen geblazen. Ik vind het niet plezierig als mensen Israëli’s ‘bashen’, maar de vriendschap met de Nederlanders die Israël bezoeken zet ik ook niet graag op het spel. Ofwel, een dilemma.
Ik zou me natuurlijk geheel kunnen opstellen aan de zijde van de klager. Het kost me geen moeite om hun ervaringen aan te vullen met een hele reeks andere voorbeelden. Onvergetelijke verhalen die het in Nederland goed zouden doen op een verjaardagsfeestje.
Deze strategie heeft zo zijn voordelen. Je creëert een gezamenlijke ‘vijand’. Dat werkt meestal samenbindend.
Ik zou ook kunnen kiezen voor een meer defensieve benadering; meer in de trant van: ‘Het is makkelijk om als Nederlander de Israëli’s allerlei verwijten te maken. Besef je eigenlijk wel in wat voor luilekkerland je woont? Jij hebt het druk? Wil je weten wat druk-zijn is, kom dan een tijdje hier wonen. Dan begrijp je waar die korte lontjes vandaan komen.’
U voelt wel aan; een Nederlander op vakantie krijgt van een dergelijk antwoord spontaan weer stress. Dat moeten we ook niet willen. Het is bovendien niet bevorderlijk voor de vriendschap.
Twee kanten
Wat is dan de oplossing voor het probleem? Meestal kies ik voor een tweevoudige benadering. Een benadering die zowel recht doet aan de gevoelens van de ‘klager’ als aan de beklaagde: een doorsnee Israëli.
Allereerst is er de instemming. Met smaak deel ik een aantal ervaringen van ons. De bezoeker voelt zich serieus genomen. De gedeelde ervaring herstelt zijn of haar zelfvertrouwen (‘ben ik nou gek; of schort het hier echt aan zoveel fatsoen?’).
Maar daarmee zijn we er nog niet. Aan de Israëli met het korte lontje zit namelijk nog een andere kant. Een kant die ons Nederlanders een stevige spiegel voorhoudt. Is het u wel eens opgevallen hoe schoon en aangeharkt Nederland is? ‘Het is’, en nu citeer ik een Israëlische vriend, ‘net het paradijs.’ Ondertussen zijn de criminaliteitscijfers in Nederland hoger dan in Israël.
Wat ik hiermee wil zeggen? De buitenkant zegt niet alles. Achter de façade van orde, fatsoen en beschaafdheid, zit in Nederland ook de nodige rottigheid. Het ligt misschien alleen niet zo dicht aan de oppervlakte.
Aan beschaafdheid en politiek gedoe hebben veel Israëli’s geen boodschap. Het leven is al ingewikkeld zat. Waarom twintig woorden gebruiken, als je iets minstens zo duidelijk kunt maken in drie woorden? En ja, dat wordt door niet-Israëli’s nogal eens als onbeschaamd en vervelend ervaren.
Israëli’s lijken op een sabra
En dan is er natuurlijk ook nog die sprekende metafoor. Israëli’s zouden lijken op een ‘sabra’, de vrucht van een cactus. De vrucht prikt stevig van buiten, maar is van binnen heerlijk zoet. Tijdens een vluchtige vakantie lukt het niet altijd om door de stekelige buitenkant heen te dringen. Dat kost tijd, soms veel tijd. Maar wanneer dat wel lukt, transformeert menig onvriendelijke Israëli in een uiterst hartelijke, gastvrije en behulpzame persoon. Ook daar kunnen we een snel groeiend aantal voorbeelden van geven.
Tenslotte nog dit. Als de nood aan de man is, dan leer je iemand pas echt goed kennen. Ik zal u de voorbeelden besparen, maar geloof me, de barmhartige Samaritaan in de gelijkenis van Jezus is hier in Israël vaak een Jood. Autopech, een ongeluk, lekkage? De hulp is daar, soms voordat je erom hebt gevraagd. En tot mijn grote verrassing staat onze ogenschijnlijk kribbige buurman nogal eens vooraan in de rij…
Bronvermelding:
Datum: 20-02-2023
Auteur: Albert Groothedde
Beeld: CvI
Website: www.christenenvoorisrael.nl/
Ik ben nu 40 x in Israël geweest v.a, 1991 en heb alleen maar vriendelijke Joodse en Arabische mensen ontmoet door het hele Israël. Wel is in Utrecht een groep van 13 man, die positieve berichten uit Israël omzet in negatieve berichten en die rondzenden naar kerken, kranten en 2e kamerleden. B.v. Israëlietisch jongeren stelen de show in Joodse jongeren stelen waar ze maar komen. Al jaren lang.
Are you my vrend or are you de annemy. Zo werd ik ooit begroet door een ortodokse jood. Ik zei tegen hem, wat denk je, ik ben in Jeruzalem voor mijn vrienden. Ik werd direct door hem omhelst. Recht door zee, ik hou ervan.