Ik ben helemaal geobsedeerd door de toestand in Oekraïne waaraan ik natuurlijk niets kan veranderen behalve dawenen-bidden. Ik ben gevraagd om naar de grens te komen tussen Moldavië en Oekraïne, maar hoewel ik erg graag wil gaan heb ik geen tijd en bovenal: Wat kan ik daar doen? Zal ik tot last zijn? Gaan voor de foto, de PR? Ondertussen probeer ik de mij bekende en bevriende rabbijnen te bellen en hen tot steun te zijn en mijn Blouma belt hun echtgenotes. Met Christenen voor Israel die gigantisch werk verrichten denk ik mee en non-stop word ik op de hoogte gehouden van hun pogingen om Joden uit Oekraïne op te halen. Die pogingen zijn absoluut niet zonder gevaar want de doorgaans onbegaanbare wegen zijn nu in sommige gebieden levensgevaarlijk.
Vanochtend was ik in Hoorn. Het gewone rabbinale werk gaat ook door en dadelijk rijd ik naar Den Haag voor een vergadering van de Nettie van Zwanenberg Stichting. Wat ik in Hoorn deed? Op de Joodse begraafplaats zijn twee grafzerken, die in de tuin van het museum in Hoorn hadden gelegen, teruggebracht. Ook een steen met opschrift die ooit in het Metahara huisje, waar de overledenen werden gewassen, op de oude begraafplaats aan de muur hing, werd hier aan het begin van de begraafplaats als het ware onthuld. Ik kan me voorstellen dat u zich afvraagt of ik niet iets beters te doen heb. Een goede vraag waarop mijn antwoord is: neen, ik heb niets beters te doen. Aanwezig waren de wethouder van cultuur en de burgemeester. Dit soort bijeenkomsten zijn van groot belang voor de educatie van de jeugd. Door schoolkinderen hierheen te brengen kunnen ze zien en horen hoe eens in Hoorn een Joodse gemeenschap was, waarvan niets meer is overgebleven. Dit soort plekken spreekt vaak meer aan dan “Ver-weg-Auschwitz”, omdat het bij de jeugd om de hoek is en zodoende zichtbaarder is. De burgemeester en de directeur van het museum vanwaar de stenen kwamen deelden mijn mening volledig. Educatie, educatie, educatie. Wij moeten onze kinderen uiteenzetten wat er zomaar fout kan gaan.
Even een uitstapje naar Oekraïne, oorlog. Afschuwelijk en onaanvaardbaar! Rusland de agressor en Oekraïne het slachtoffer. Klopt helemaal. Maar in dit afgrijselijke slagveld ontstaat er ook anarchie, plunderingen van winkels en plunderingen van voedselvoorraden. Die plunderaars zijn zowel Russen als Oekraïners. En in die plaatselijk heersende anarchie zien we ook weer: antisemitisme! Losgeslagen bendes geven de Joden de schuld. Dit is al geen theorie meer, maar praktijk. Mijn schoonmoeder die als kind het beleg van Leningrad heeft overleefd werd van buiten belaagd door de bommen, van binnen door de honger en van beide kanten door antisemitisme! De geschiedenis herhaalt zich terwijl u mijn dagboek leest.
Gisteravond zou ik een lezing geven voor een van mijn Joodse Gemeenten. De voorzitter belde mij maandag nog even om wat na te vragen over de inhoud van mijn lezing. Nadat ik zijn vraag had beantwoord zei hij: tot straks! Oeps, een foutje in mijn agenda. En dus moest ik na mijn lezing in Helmond voor Probus, halsoverkop naar: Groningen. Dit werd me even te veel, want nadat ik bijna twee uur achter elkaar in Helmond had gesproken nog even naar Groningen? Maar ja, mijn fout en dus werd het een “ja, ik kom”. Uiteindelijk heeft het bestuur medelijden met me gehad en mag ik volgende week maandag komen.
En dus had ik gistermiddag vrij. Dat wil zeggen, gewoon e-mails beantwoorden en verder zenuwslopend meedenken hoe we de Joodse Oekraïners weg kunnen krijgen en de nodige telefoontjes. Een oudere man en vrouw uit een van de EU-landen willen toetreden tot het Jodendom. Ze zijn er klaar voor volgens hun lokale rabbijn, ik heb ze inmiddels een paar keer gezien en nu een datum bepalen. Mijn agenda is bomvol. Poerim komt eraan. Na Poerim conferentie over vrijheid van G’dsdienst en over Oekraïne in Budapest. En zojuist krijg ik een verzoek van CIP om een column te schrijven over de Joodse visie op oorlog en of we Poetin mogen haten. Als ik dadelijk terug ben uit Den Haag, ga ik wel even achter de computer zitten om die column te schrijven. En ondertussen ben ik in mijn gedachten steeds in Oekraïne. Ik ken ze, ik zie die bejaarde zieke mensen op de vijfde verdiepingen. Zij kunnen niet weg. Te ziek, te zwak. Hoe kunnen mensen elkaar dit aandoen? Terecht gigantisch veel aandacht voor Oekraïne, maar wat met de slachtingen in Afrika? Nauwelijks tot geen aandacht. Maar ja, dat heeft dan ook geen invloed op de prijs van ons gas en onze benzine.
Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel
Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/