Het is inmiddels een jaar geleden dat de Gaza-oorlog plaatsvond. In dezelfde periode hingen Rotterdamse studenten een spandoek aan de gevel van hun academiegebouw met ‘Free Palestina’ en ‘stop de etnische zuivering’ en verscheurden demonstranten in Den Haag Israelische vlaggen. Ook in de Nederlandse klaslokalen zorgde het conflict tussen Israel en de Palestijnen soms voor verhitte discussies en hoogoplopende emoties. Joodse jongeren vertellen aan CIDI over hun ervaringen hiermee.

“Ik weet nog dat iemand tijdens mijn opleiding niet met mij wilde samenwerken, puur omdat ik Israëlisch was”, vertelt Sara*. Tijdens de Gaza oorlog vorig jaar, was zij in Israel en volgde online haar Nederlandstalige studie. Een turbulente periode voor de 24-jarige. “Ik volgde mijn lessen in de schuilkelder, want ik kon moeilijk met mijn laptop over straat rennen als het luchtalarm afging.”

Voor haar Nederlandse klasgenoten was dit moeilijk te begrijpen. “Zij waren gechoqueerd en vroegen waarom ik in zo’n donker hol zat en of ik geen lichtje kon aandoen.” Er zijn nog steeds mensen die sindsdien niet meer met Sara praten vanwege haar Israëlische afkomst. “Toen ben ik weer deze ketting gaan dragen.” Ze pakt de kleine davidsster beet die ze om haar nek heeft hangen. “Ik dacht: ‘wij bestaan en nu mag iedereen het weten ook.’”

Joden worden gezien als ambassadeurs van Israel
Bart Wallet, Hoogleraar Joodse studies aan de Universiteit van Amsterdam, ziet dat het conflict tussen Israel en de Palestijnen vooral in de context van onderwijs, scholen en jongeren een grote rol speelt. “Zodra er tussen hen problemen zijn, heeft dat een weerslag op de Nederlandse Joden. Zij worden vaak gezien als een soort ambassadeurs van Israel. En als mensen boos zijn op Israel, kan dat op Joden worden afgewenteld.”

Toch was dit niet altijd het geval. “Nederland is van oudsher een pro-Israelisch land. Maar we zien dat vanaf de jaren ’90 dit verandert en delen van de samenleving steeds kritischer op Israel worden. Met de Tweede Intifada [Palestijnse Opstand, red] in het jaar 2000 wel als keerpunt.” Het conflict sloeg vervolgens over naar Nederland met allerlei protesten en anti-Israel demonstraties als gevolg.

“Dat was ook het moment waarop de Nederlandse moslimgemeenschap zich steeds actiever ging uitspreken over het Palestina dossier”, legt Wallet uit. “Voor hen werd het een soort identity marker.” Dat betekent dat Palestina een stuk van hun identiteit is geworden. “Daarnaast werd het ook onderdeel van de linkse politieke agenda. Wil je de wereld verbeteren ben je niet alleen voor een schoner milieu of klimaatverandering, maar ook voor feminisme, LHBTIQ+ en Palestina. Dat is een soort pakket.”

Jongeren willen bij de ‘juiste’ groep horen
Voor veel progressieve jongeren hoort ‘Palestina’ er automatisch bij. “Ook al weten ze er niet veel vanaf. Maar door een Palestijns vlaggetje achter hun naam te plaatsen op social media willen ze laten zien dat ze bij de ‘juiste’ progressieve groep horen. Dat kan nog weleens bedreigend worden ervaren door Joodse jongeren of het kan zich uiten in negatieve opmerkingen over Israel, maar ook over Joden in het algemeen en tegen Joodse klasgenoten en leeftijdsgenoten.”

In praktijk zien de Joodse Nederlandse jongeren haat tegen Israel en antisemitisme nog weleens in elkaar overlopen. Maar wanneer is er nu echt sprake van antisemitisme? “Als de hele catalogus van anti-Joodse ideeën of beelden die in de loop van de eeuwen over Joden is ontstaan, gebruikt worden voor Israel”, legt Wallet uit.

Hij geeft hierbij een voorbeeld uit de middeleeuwen waarin een anti Joodse idee bestond dat Joden kinderen zouden slachten of kidnappen om matses te maken. “Dat duikt nu op in anti-Israel kringen die zeggen dat Israel Palestijnse kinderen zou kidnappen of slachten. Als deze ideeën op Israel worden geplakt of gebruikt worden om de staat Israel mee te delegitimeren, wordt het één op één antisemitisme. En dan is anti-Israel of antizionisme ook antisemitisme geworden.”

‘Jij bent tegen Palestina’
Sara merkt dat er vaak vooroordelen zijn over het conflict tussen Israel en de Palestijnen. “Als je Joods bent, denken mensen automatisch dat je voor Israel bent. Maar als mensen mij erop aanspreken, kan ik niet zeggen dat ik alleen Joods ben, want ik ben ook Israëli. Op de kantines in universiteiten zie je nu ook dat ze koosjer eten willen boycotten omdat het uit Israel komt. Dat vind ik wel antisemitisme, want je boycot het ook voor de mensen in Nederland die dat wel willen.”

De 16-jarige Yente* herkent het verhaal van Sara. “Toen ik mentor was van de brugklassen ging ik met hen op kamp en wilde ik een jongetje op bed leggen. Maar toen hij mijn davidsster zag, staarde hij me dood aan en zei: ‘jij bent tegen Palestina, ik ga niet naar jou luisteren’. Maar mijn Joodse afkomst betekent natuurlijk niet gelijk dat ik tegen Palestina ben. Dat legde ik hem toen ook uit en daar was hij erg verbaasd over.”

Hoewel ze allebei de kanten snapt, wil ze niet één perspectief uitsluiten. “Hij is gelovig en groeide op met ouders die voor Palestina zijn en heeft ook zijn ideeën. Dat mag, maar je hoeft iemand niet te kwetsen. Hij was gewoon verbaasd dat ik geen monster was.” Dat maakt Yente erg verdrietig. “Niet per se naar mijzelf toe, maar meer dat er mensen zijn die zo naar Joden kijken. Terwijl er zoveel meer is aan het Jodendom.”

Staatstelevisie wakkert antisemitisme aan
Hoe het komt dat Joodse jongeren soms anders benaderd worden? “Sommige mensen hebben vooroordelen over Joden, dat is helaas niet nieuw’’, legt Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding Eddo Verdoner uit. “En op het moment dat ze iemand zien met een Joodse afkomst, reageren die mensen anders dan op anderen.”

“Als er spanningen zijn in het Midden-Oosten, stijgt bijvoorbeeld het aantal meldingen van antisemitisme. Joodse kinderen moeten zich dan plots verantwoorden, terwijl dit bij andere kinderen niet het geval is. Ook niet als deze een immigratieachtergrond hebben uit een conflictgebied.”

Daarnaast ziet hij dat antisemitisme soms ook vanuit andere landen naar Nederland wordt gebracht. “Dat gebeurt bijvoorbeeld doordat mensen de staatstelevisie uit het land van herkomst kijken. In bepaalde landen is antisemitisme op tv gemeengoed. Joden worden op deze kanalen afgeschilderd als minderwaardig en antisemitische stereotypen, soms gemengd met kritiek op Israel, komen voor in shows of tv-series.”

“Dat heeft weer effect hier in Nederland, omdat mensen dat gedachtegoed op deze manier binnen krijgen in ons land en voor waar aannemen. Hier moeten we voor waken” Volgens hem is het bovendien belangrijk dat mensen zich realiseren dat Joden al eeuwenlang onderdeel van de Nederlandse samenleving zijn. “Samen met andere groepen maken Joden Nederland. Die boodschap kan niet vaak genoeg herhaald worden.”

‘Israel is geen land’
De 16-jarige Liora weet direct een goed voorbeeld voor hoe dat conflict in het Midden-Oosten doorwerkt in Nederland: “Ik had pas een gesprek met een klasgenoot die zei: ‘Israel is geen land, dat is Palestina’. Het was de eerste keer dat de twee met elkaar praatten. “Sindsdien zegt ze geen woord meer tegen mij.” Ook merkt ze dat tijdens maatschappijleer er soms negatief gepraat wordt in de klas over Israel. “Maar ik voel me niet comfortabel genoeg om er iets van te zeggen.”

Sara kreeg op de universiteit een les die ging over welke vorm van politieke verantwoordelijkheid je uitdraagt. “Je moest eerst jezelf voorstellen. Maar toen de professor aan de beurt kwam, zei hij dat hij BDS [Boycott Divestment and Sanctions] steunde.” Dat is een wereldwijde campagne die oproept tot verzet tegen Israel.

Hierdoor durfde Sara niet te vertellen dat ze Joods en Israelisch was. “Hij had mij kunnen kleineren voor de klas of een slecht cijfer kunnen geven. Je weet het gewoon niet, dat maakt me soms angstig. Maar gelukkig is dat niet gebeurd.”

Jongeren niet op hun gemak
De hevige emoties over het conflict tussen Israel en de Palestijnen heeft zijn impact op de Joodse jongeren. Op school worden zij regelmatig aangekeken op de acties van Israel. Ook krijgen zij te maken met vooroordelen die spelen rondom het conflict. De jongeren voelen zich daardoor niet altijd op hun gemak bij hun medestudenten of docenten. Als gevolg daarvan maken zij soms de keuze om niks te zeggen over hun identiteit. CIDI hoopt dat dit in de toekomst verandert en scholen een veilig klimaat waarborgen waarin iedereen zichzelf kan zijn.

*Om privacy redenen is de echte naam bij de auteur bekend.


Bronvermelding:
Datum:        01-07-2022
Auteur:        Aleida Heuvelman
Beeld:        Jongere met davidster (Bron: Pexels)
Website:      CIDI


 

EN / NL/ עב