CHANOEKA EN DE MESSIAS
Het wonder van Chanoeka speelt zich af in een tijd waarin het Joodse volk voor de keuze stond om te assimileren of trouw te blijven aan God. Er gebeurde een groot wonder; het Griekse leger van Antiochus werd verslagen en de Tempel werd gereinigd. Daar bleef de Menora voor acht dagen branden.
Het chanoekafeest heeft een prachtige betekenis van hoop, maar kijkt ook naar de toekomst en naar ons eigen leven. Chanoeka leert ons om niet iemand te zijn die zich laat regeren door zijn omstandigheden, maar die regeert over zijn omstandigheden. En deze overwinning is enkel mogelijk door het verborgen licht: de Messias van Israël. Hij is het Die 2000 jaar geleden in Jeruzalem wandelde tijdens het Chanoeka-feest.
LICHT VAN DE WERELD
Kun jij je voorstellen dat je 2000 jaar geleden zou leven in het land Israël? De mensen die ooit in Jeruzalem zijn geweest zouden hier enigszins een beeld bij kunnen vormen. De kleine straatjes, de mensen op de pleinen en de prachtige Tempel die al van een afstand te bewonderen is. In de tijd van Chanoeka was het de Heere Jezus Die in Jeruzalem wandelde. “En het was het feest van de inwijding van de tempel in Jeruzalem, en het was winter. En Jezus liep rond in de tempel, in de zuilengang van Salomo”.
Vanuit deze tekst uit Johannes 10:22 zien wij dus dat Jezus het Chanoeka-feest vierde. Waarom was Hij anders in Jeruzalem?
DE JOODSE OPSTAND MET BAR KOCHBA
Op het moment dat Hij daar liep kwamen talloze mensen om Hem heen staan. Zij hadden één brandende vraag, een vraag die alle generaties in die tijd bezighield: “Hoelang houdt U ons in het onzekere? Als U de Messias bent, zeg het ons vrijuit.” Vanuit de Joodse overlevering wordt veelal geleerd dat de Verlosser van Israël ongeveer rond het vierde millennium moest komen. Dit is rond het jaar nul. Nu het land werd overheerst door de Romeinen leefde deze gedachte nog meer op. Zo zien wij dat er in die tijd vele mensen opstonden die zich als messias uitriepen. Een hele bekende is de leider van de Joodse opstand, Bar Kochba.
Vanuit deze context begrijpen we ook de vraag die de mensen rondom Jezus stelde, want vlak daarvoor had Hij zich nog als ‘het Licht van de wereld’ bestempeld. Vanuit de Joodse overlevering is er een verband tussen licht en de Messias.
Zo staat er in de Joods middeleeuwse overlevering de Yalkut geschreven: “En God zag het licht, dat het goed was. ‘Dit is het licht van de Messias… Om te onderwijzen dat God de generatie en het werk van de Messias zag voordat Hij het universum geschapen had en Hij verborg de Messias… Onder Zijn troon van Glorie”. Zoals de Messias eeuwenlang verborgen was, zo ook Zijn licht. Op het Chanoeka-feest toont Jezus dit licht. Hij is het verborgen licht van de Chanoekia.
Vanuit de Joodse overlevering is er een verband tussen licht en de Messias.
SHAMASJ
Zoals jullie weten wordt op het Chanoeka-feest voor acht dagen de kaarsen aangestoken. In het Hebreeuws is dit: ‘Madlikiem (aansteken) Shmonet (acht) Jamiem (dagen) Chanoeka. De eerste letters van deze zin is een acroniem voor het woord ‘Mashiach’ (Hebreeuws voor Messias). Hiermee wordt duidelijk dat het aansteken van de kaarsen op het lichtfeest wijst naar niemand anders dan de Messias. En dit geheim zit ‘m al in de kaarsen. Tijdens deze dagen worden er in totaal 36 kaarsen aangestoken.
Op het moment dat ook de Shamasj, de kaars die in het middelpunt staat van de Chanoekia, wordt meegenomen dan worden er in totaal 44 kaarsen aangestoken. Eerder zagen wij al de link tussen de Messias en deze Shamasj-kaars. Het interessante is dat in het Hebreeuws woorden ook een getalswaarde hebben. Zo is aan het getal 44 het Hebreeuwse woord ‘dam’ gekoppeld. Dit is het woord voor bloed, want het is zo dat het licht van de Messias op ons is gaan schijnen toen wij door Zijn bloed verzoening hebben ontvangen.
Hiermee wordt duidelijk dat het aansteken van de kaarsen op het lichtfeest wijst naar niemand anders dan de Messias.
HET MYSTERIE VAN CHANOEKA
In het aantal kaarsen dat wordt aangestoken zit een mysterie verborgen dat de ware betekenis van het Chanoeka-feest toont. Zo leggen de rabbijnen de link tussen de 36 kaarsen (3 keer 12 uur tussen dag en nacht) en het licht dat op de vierde dag werd geschapen. Zij noemen dit licht het verborgen licht dat er was toen de wereld werd geschapen, het licht van de eerste mens. Adam, de eerste mens, is een beeld van de Messias. Op het moment dat de kaarsen worden aangestoken vraagt men eigenlijk aan God om het licht dat door de zonde van Adam en Eva was verborgen wederom te herstellen. Dit is het licht van de wereld, het licht van de Messias.
De Joodse traditie legt uit dat de 36 kaarsen van de chanoekia staan voor de 36 lagen van een ui.
HET LICHT VAN DE MESSIAS
De Joodse traditie legt uit dat de 36 kaarsen van de chanoekia staan voor de 36 lagen van een ui. Om tot de kern van een ui te komen dient eerdere laag te worden gepeld. Elke laag is een stuk duisternis totdat men tot de kern en het hart van de ui is gekomen. Hier vindt men het verborgen licht. Over dit licht zei de Chazal (een Joodse middeleeuwse rabbijn) dat dit ‘het licht van de Messias is’. Het is dan ook niet voor niets dat Jezus zich meerdere malen het licht van de wereld noemt. Hij is gekomen om te herstellen waarin de eerste Adam (mens) faalde.
Zo staat geschreven in Jesaja 9:1: “Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen”. In vers 5 staat vervolgens geschreven: “En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Binnen bepaalde Sefardische kringen heerst er een traditie door bij het aansteken van de kaarsen deze titels van de Messias te noemen.
ACHT ARMEN VAN DE CHANOEKIA
De chanoekia heeft acht armen; waarvan zes het getal is van de mens, zeven het getal is van de shabbat en het getal acht is het getal van het bovennatuurlijke. Deze armen tezamen vertegenwoordigen de bovennatuurlijke komst van de Messias. Men zegt Pelé (wonderbaarlijk), Yo’ets (raadsman), El (God), Gibor (machtig), Avi (vader) Ad (eeuwigdurende), Sjar (Prins), Shalom (vrede). De link tussen de Messias en Chanoeka in dit hoofdstuk is het samengaan met het licht in vers 1 en het ‘wonderbaarlijke’ in vers 5.
Het Chanoeka-feest gaat over het wonderbaarlijke licht. Zo leert de Talmoed dat het flesje met olie voor acht dagen bleef branden. Dit was enkel mogelijk door de olie die daarin zit. Deze olie in de fles is het hart van de ui, is het hart van de chanoekia de Shamasj; is het verborgen licht. En dit verborgen licht is niemand anders dan de Messias.
HET LICHT IS VERBORGEN
Op dit moment is het licht van de Messias voor velen van het volk Israël nog verborgen. Het doel van de Messias is dat dit licht weer terugkomt naar Israël. Als dat gebeurt dan zal dat genezing voor Israël betekenen. Dit zien wij terug in het verhaal van Jacob in Genesis 32:24-32. Het was Jacob die worstelde met een Man waarvan hij in vers 30 zegt dat hij God heeft gezien van aangezicht tot aangezicht. Om die reden noemde Jacob die plek Pniël.
In vers 31 wordt een detail gemeld waar veel mensen over heen lezen. Er staat namelijk geschreven dat de zon over hem op ging en dat hij mank was aan zijn heup. De zon zorgde er voor dat Jacob kon genezen van zijn wond en reeds mank kon lopen. Eén van de bekendste rabbijnen genaamd Rashi zegt over dit vers: “en de zon kwam op: dit is een gebruikelijke uitdrukking: wanneer wij ergens op een plek aankomen, brak de morgen aan. Dit is een eenvoudige uitdrukking.”
In vers 31 wordt een detail gemeld waar veel mensen over heen lezen.
DE MESSIAS KOMT
De Midrashic Aggadah (Tanchuma Buber, Vayishlach 10; Genesis Rabbah 68:10) [legt uit]: en de zon kwam op om zijn heup te genezen, zoals er is geschreven: (Maleachi 3:20): ‘de zon van gerechtigheid, met genezing onder zijn vleugels’”. Ofwel: de rabbijnen leggen uit dat het de zon, de Shamasj, was die genezing bracht over Jacob. Jacob kreeg tijdens deze gebeurtenis de naam ‘Israël’. Het verhaal van Chanoeka is het verhaal van Jakob die getranformeerd werd in Israël en zich tot Israël kan transformeren enkel door de genezing van het licht van de zon te ontvangen.
Nu is dit licht van de Messias nog niet volledig op Israël gekomen en dienen zij nog door de lagen van duisternis heen te steken, maar wij mogen geloven dat God spoedig hierin een verandering in gaat maken. En hierin mogen wij, Jood of niet-Jood reeds tot een licht zijn om de Messias dichter en dichter te brengen. Al ben je maar één lichtje, samen worden wij een groot licht. En dit licht kan enkel tot stand komen als Jezus de Messias door ons heen schijnt. Hij is het verborgen licht Dat spoedig zichtbaar zal worden voor Israël en de hele wereld.