Een merkwaardige geschiedenis in de Bijbel, tijdens de dagen van koning David, speelt zich af in de stad Abel Beth Ma’achah, waar nu opgravingen worden verricht. Het verhaal wil ons een les leren over vrouwen met gezag, ook jegens mannen. Een wijze vrouw commandeert er namelijk de commandant van koning David’s leger.

Het speelde in de dagen van David’s Koninkrijk. Een Benjaminiet genaamd Sheba ben Bichri was een opstand tegen David begonnen die zich over Israël verspreidde. Joab, de commandant van David’s legers, achtervolgde Ben Bichri helemaal tot aan de uiterste noordgrens van Israël met Libanon, naar een stad die toen Abel Beth Ma’achah heette, ten zuiden van het huidige Metulla.

Joab liet zijn leger de stad omsingelen en dreigde die te vernietigen om de opstandige Ben Bichri en zijn volgelingen uit te roken. Echter, een plaatselijke ‘wijze vrouw’ (mogelijk een vroedvrouw* die ook optrad als orakel ) riep Joab een halt toe. Haar noordelijke buitenpost was trouw aan koning David, zei ze tegen Joab, ‘een stad en een moeder** in Israël’ (2 Samuel 20:19). Hier benadrukt het verhaal dat de stad een strategisch noordelijk bolwerk was, en de uitdrukking ‘een stad en een moeder in Israël’ beschrijft de rol van de stad (als moeder) bij het verdedigen van de natie tegen de legers van het noorden.

Deze naamloze ‘wijze vrouw’ onderhandelt verder met Joab en legt de doorgewinterde commandant uit, dat hij haar grensstad niet hoeft te vernietigen om Ben Bichri te stoppen. Zij zou de inwoners van de stad zover kunnen krijgen dat ze hem doden en ‘zijn hoofd over de muur gooien’.

Na overweging vindt Joab het een goed plan; Ben Bichri’s hoofd rolt en een vrouw behoedt een strategisch bolwerk in Israël voor een al te ijverige generaal.

Dit verfijnd uitgevoerde hoofd van een bebaarde man, waarschijnlijk iemand uit de elite,werd gevonden in een kamer van een groot kazemat-achtig gebouw, waarschijnlijk een citadel op de top van de heuvel in het noorden. Er werden daar ook olijvenpitten gevonden, die volgens de koolstofdatering uit de 9e eeuw BCE dateren. Het hoofd is ongeveer 5 cm groot en gemaakt van geglazuurd aardewerk en extreem goed vervaardigd. De stijl doet denken aan hoe Egyptenaren typisch Aziaten afbeelden, en hoe personen uit de elite in de Foenisische, Aramees-Syrische en nieuw-Assyrische kunst werden afgebeeld. (Foto: Gabi Laron).

Recente vondsten die bij de Abel Beth Ma’achah site zijn opgegraven helpen bij het ontrafelen van dit opmerkelijke verhaal, over hoe een vrouw een militaire commandant kan instrueren. Archeologen vonden verscheidene kamers in Abel Beth Ma’achah, gevuld met cultische religieuze voorwerpen die dateren uit de tijd van het Koninkrijk van David (11e – 10e eeuw v. Chr.). Zo werden er bijvoorbeeld een pot met 425 enkelbotten van schapen, geiten en herten gevonden, die op tal van plaatsen in de mediterrane wereld zijn ontdekt. Archeologen geloven dat dit voorwerpen waren die gebruikt werden tijdens rituelen zoals het het werpen van een lot bv om de toekomst te voorspellen.

De ontdekking van zo’n groot aantal cultische voorwerpen bij Abel Beth Ma’achah suggereert dat de voorstad een plaats was waar mensen naartoe kwamen om leiding en richting te krijgen. Dit wordt bevestigd door de wijze vrouw van Abel Beth Ma’achah, die Joab in 2 Samuel 20:18 uitlegt: ‘Vroeger zeiden ze altijd: “Ga om raad naar Abel“; en zo kwamen ze tot een oplossing’.

Overgenomen en aangepast artikel van Israël Today

*Vroedvrouwen (letterlijk: wijze vrouwen) hadden al honderden jaren groot aanzien en gezag onder de plaatselijke bevolking. Zij stonden aan het begin van elk mensenleven. Zonder hun bijstand was het verlies een moeder en/of kind in het kraambed reëel aanwezig en zou daarmee het eerste gebod dat de mens kreeg in Genesis “Ga heen en vermenigvuldig u.” in gevaar kunnen komen. Men had haar dus nodig om Gods gebod te kunnen gehoorzamen zoals men priesters en levieten nodig had. [red. Radio Israël]

**Hier refereerde zij dus mogelijk aan haar eigen beroep. [red. Radio Israël]

 

 

 

EN / NL/ עב