De toenemende vijandigheid van Turkije jegens Israël en hernieuwde spanningen met Griekenland over Cyprus, zijn allemaal onderdeel van een bredere Turkse bedreiging voor de regionale stabiliteit.

Turkije wordt met de dag vijandiger tegenover Israël en bemoeit zich met interne Israëlische zaken, zoals de situatie in Jeruzalem en de Israëlische politiek in de Joodse gemeenschappen in Judea en Samaria, en het besluit van de Israëlische premier Binyamin Netanyahu om duizenden extra huizen in de Joodse steden en dorpen in Judea en Samaria hard heeft veroordeeld.

Turkije wordt bovendien snel een regionale bedreiging voor veel andere landen in het Midden-Oosten en zou een grote oorlog kunnen veroorzaken als de macht van de leider van het land, president Recep Tayyip Erdogan, niet zal worden beteugeld.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo lijkt de Amerikaanse strategie ten aanzien van Turkije nu aan te passen. Lange tijd heeft hij Erdogan gesust en dit geldt vooral voor president Donald J.Trump die vriendschappelijke betrekkingen onderhield met de Turkse dictator ondanks Erdogans oorlogszuchtige acties in een reeks van landen.

Pompeo was onlangs in Griekenland en Cyprus en vermeed daarbij een tussenstop in Istanbul voor een ontmoeting met Erdogan en andere Turkse functionarissen.

Laten we eerst eens kijken naar de recente tirade van Erdogan tegen Israël in het Turkse parlement.

Tijdens een openingszitting van het Turkse parlement gebruikte Erdogan een groot deel van zijn toespraak om Israël er keihard van langs te geven en noemde Jeruzalem “onze stad”. Hij beweerde ook, dat de Palestijnse Arabieren “duizenden jaren” in “Palestina” hadden gewoond en noemde hun “een onderdrukt volk”.

Met de bewering dat Jeruzalem eigenlijk een Turkse stad is, bedoelde Erdogan dat de Turken het huidige Israël bezet hadden gedurende de 400 jaar dat het Ottomaanse rijk bestond, en dat de Turken dus nog steeds een claim kunnen maken op de hoofdstad van Israël.

Uit zijn opmerkingen bleek opnieuw dat de Turkse dictator nog altijd droomt van en actief werkt aan de heropleving van het Ottomaanse rijk

“In die stad, die we tijdens de Eerste Wereldoorlog in tranen hebben moeten verlaten, zijn nog sporen van het Ottomaanse verzet te vinden. Jeruzalem is dus onze stad, die van ons is afgenomen,” beweerde Erdogan.

De Turkse leider benadrukte ook, dat Turkse moslims in de eerste plaats  in de richting van de Al-Aqsa-moskee en de Rotskoepel in Jeruzalem bidden en pas daarna richting Mekka en Medina in Saoedi-Arabië.

“Onze eerste qibla (richting van gebed in de islam) is Al-Aqsa en de Rotskoepel. Het zijn de symbolische moskeeën van ons geloof ”, zei Erdogan, die toegaf dat er in Jeruzalem ook heilige plaatsen zijn voor het christendom en het jodendom.

“Een andere crisis die ons land en onze natie zorgvuldig volgen, is de onderdrukking van Israël tegen de Palestijnen en de onverschillige praktijken die de privacy van Jeruzalem negeren,” zei Erdogan aan het einde van zijn toespraak en voegde eraan toe dat hij het als eer en plicht zag om de rechten van de Palestijnse Arabieren te verdedigen.

Aan het einde van zijn anti-Israëlische tirade noemde Erdogan de Palestijnse nationale zaak “de bloedende wond van het mondiale geweten, en de Jeruzalem-zaak tot het einde.” Bovendien benoemde hij het feit dat de Ottomaanse sultan Suleiman de huidige muren van Jeruzalem had gebouwd en benadrukte dat dit het bewijs was van de hoge achting die de Turken voor Jeruzalem hebben.

De Israëlische regering zweeg over de opruiende toespraak van Erdogan, kennelijk om de spanningen met Turkije, dat zich al heel lang in interne Israëlische aangelegenheden bemoeit, niet verder te laten escaleren.

Onder het regime van Erdogan zijn de betrekkingen met Israël dramatisch verslechterd en is er nu alleen nog sprake van handelsbetrekkingen. Veel van de goederen die in Israël worden verkocht zijn geïmporteerd uit Turkije, terwijl Israëli’s vóór de Corona-crisis massaal naar Turkije op vakantie gingen.

Er kwam verzoening tussen Turkije en Israël in 2016 tot stand tijdens een bezoek van toenmalig Amerikaanse president Barack Obama die intensieve druk uitoefende op Israëliërs Premier Binyamin Netanyahu. Dat was zes jaar nadat Israëlische mariniers het Turkse schip Mavi Marmara, dat op het punt stond de legale maritieme blokkade van Gaza te doorbreken, tegenhielden.

Negen Turken stierven in de botsingen met leden van de islamitische organisatie IHH, nadat Israëlische mariniers aan boord van de Mavi Marmara waren gegaan en werden aangevallen met ijzeren staven en messen en vervolgens het vuur openden.

De Israëlische minister van Defensie Benny Gantz reageerde vorige week zondag eindelijk op de politieke oorlogstaal van Erdogan, maar het bleef bij algemene termen.

Gantz zei tijdens een Zoom-conferentie met verslaggevers uit de Golfstaten, dat Turkije een ‘destabiliserende macht’ in het Midden-Oosten is geworden en noemde als voorbeelden de interventie van Turkije in de Libische burgeroorlog en de interventie in Noord-Syrië, dat hij al tweemaal is binnengevallen en daarbij de islamistische rebellen die oorlogsmisdaden plegen steunt.

Gantz sprak ook over de steun van Turkije aan Hamas en zei, dat het NAVO-lidmaatschap van Turkije een probleem was dat door de internationale gemeenschap zou moeten worden opgelost.

“We moeten alle opties die we in handen hebben aanwenden en proberen door internationale druk de Turkse steun te beïnvloeden om ervoor te zorgen dat ze hun handen van het directe terrorisme afhalen”, zei de Israëlische minister over Turkije.

Gantz had ook de recente interventie van Turkije in de oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan kunnen noemen, waarbij Erdogan de laatstgenoemde ondersteunt met wapens, drones en het sturen van islamistische Syrische rebellen naar de frontlinies. Hij weigert samen te werken om een ​​staakt-het-vuren te bereiken.

Erdogan, van zijn kant, dreigde tegelijkertijd met een derde offensief tegen de Syrische Koerden die hij vervolgens “terroristen” noemt, ondanks het feit dat ze Turkije nooit hebben aangevallen.

De Turkse dictator stuurt ook Syrische islamitische rebellen naar Libië, waar ze vechten aan de zijde van het door de VN gesteunde leger van de regering van nationale overeenstemming, die banden heeft met de Moslimbroederschap.

Dan zijn er de hernieuwde spanningen met Griekenland over de Cypriotische kwestie.

Turkije bezet Noord-Cyprus illegaal en zette vorige week nog een agressieve stap door te besluiten een ​​stuk kustlijn van ongeveer 1 km open te stellen voor bezoekers in het omheinde gebied van Varosha in Famagusta in het noorden van Cyprus, hetgeen in strijd is met resoluties van de VN-Veiligheidsraad.

De Veiligheidsraad veroordeelde zaterdag de Turkse beslissing en riep Turkije op zijn besluit terug te draaien, maar de kans is vrij klein dat Erdogan zal luisteren.

Er waren al spanningen met Griekenland over zowel de off-shore activiteiten van Turkije in een gebied nabij Cyprus, dat naar verwachting grote gasreserves zal bevatten, als over het overvliegen van Turkse gevechtsvliegtuigen in de Egeïsche Zee.

Deze vluchten schenden het Griekse luchtruim, maar Erdogan beweert dat verschillende Griekse eilanden in de zee Turks eigendom zijn. Ook in dit geval baseert hij zijn claim op de Ottomaanse bezetting.

 

________________________________________
Bron: Israel National News | Arutz Sheva
Auteur: Yochanan Visser
Datum: 11 oktober 2020
Afbeelding: Reuters

EN / NL/ עב