Afgelopen dinsdag 28 juli 2020 berichtte dagblad de Stentor over het overlijden van Hans van Gelderen, de Nederlands-Joodse verzetsstrijder wiens fabriek tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt om de beruchte gele sterren te maken.
De fabriek van Van Gelderen, de NV Stoomweverij Nijverheid, stond in Enschede en werd in beslag genomen door de Duitse bezettingsmacht kort nadat ze Nederland binnenvielen in 1940. Het werd gebruikt om 569.355 sterren te produceren.
Van Gelderen zelf dook onder in Amsterdam, nam een valse identiteit aan en werkte samen met een verzetsgroep die bekend stond om zijn hoogwaardige vervalsing van identiteits- en reisdocumenten voor de nazi’s. Zijn oudere broer Matthieu, die ook in het verzet zat, werd kort voor de bevrijding van Nederland door de geallieerden, gearresteerd en gefusilleerd.
Van Gelderen werd in maart benoemd tot ere-burgemeester van Enschede. In een interview vertelde hij hoe hij tegenover de arbeiders stond die voor de Duitsers de jodensterren maakten met machines die hij had gekocht: “Wat hadden ze kunnen doen?” hij zei. “De fabriek had een Duitse baas. Ze stonden onder Duits bevel. Ze moesten brood op de plank brengen. Als zij het niet hadden gedaan, hadden anderen het wel gedaan.”