Leerhuis Parasha Wajetse met Anco van Moolenbroek
Deze week vraagt parasha Wajetse weer onze aandacht. Deze parasha omvat de uitlandigheid van Jakob als hij vlucht voor zijn broer Ezau. Op aangeven van zijn moeder trekt hij uit Kanaän naar zijn oom Laban in Charan. Aan het einde van de parasha keert hij terug en staat hij aan de grens van Kanaän. Zo is de ballingschap van Jakob.
Jakob gaat van Bethel naar Pniël. Van het Godshuis naar het aangezicht van God. In Bethel gaat de zon onder en gaat hij het land uit. In Pniël komt de zon weer op en komt Jakob het land weer in. Hij gaat van Beër-sheva, de zeven bronnen, naar Charan, bergbeklimmer. Van de bronnen in de laagte naar de bergen in het veld van Aram. Paddan-Aram staat er, en een mogelijk vertaling daarvan is een verhoogde losprijs of een ultieme upgrade. Je zou kunnen zeggen dat Jakob in de ballingschap zowel een losprijs betaalde als ook met zijn komst zorgde voor een daadwerkelijke vervulling van de wereld. En waarvoor of voor wie betaalde Jakob een losprijs? Wel, dat waren zijn vrouwen en kinderen. En hoe droeg hij bij aan de daadwerkelijke ultieme vervulling van de wereld? Dat waren zijn kudden.