Advies van het Internationale Hof van Justitie met betrekking tot “De juridische gevolgen die voortvloeien uit het beleid en de praktijken van Israël in het bezette Palestijnse gebied, inclusief Oost-Jeruzalem.”
Wat gebeurt er?
Het Internationale Gerechtshof (ICJ) is door de Algemene Vergadering van de VN (AVVN) gevraagd om een mening te geven over Israëls ‘beleid en praktijken’ in het ‘bezette Palestijnse gebied’, dat wil zeggen: Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza. Er zijn ongeveer 55 landen en drie internationale organisaties bij betrokken, waarvan de meerderheid vijandig staat tegenover het bestaan en de veiligheid van de Joodse staat Israël. Van maandag 19 tot en met maandag 26 februari 2024 zullen openbare hoorzittingen plaatsvinden in het Vredespaleis in Den Haag, de zetel van het Hof. Het is de eerste keer sinds het Wall Advisory Opinion in 2004 dat het Hof mogelijk een oordeel zal geven over de juridische aspecten van het zogenaamde “bezette Palestijnse gebied”. Hoewel het advies van het Hof niet juridisch bindend is, zal een advies waarin de Israëlische bezetting illegaal wordt verklaard zeer invloedrijk zijn en mogelijk worden gebruikt om Israël te dwingen zich eenzijdig terug te trekken uit Judea, Samaria, (Oost) Jeruzalem en Gaza.
Waar wordt het Internationaal Gerechtshof om gevraagd?
Op 30 december 2022 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties resolutie A/RES/77/247 aangenomen, waarin zij, verwijzend naar artikel 65 van het Statuut van het Hof, het Internationale Gerechtshof verzocht om advies (Pers Uitgave van 9 februari 2024). Het relevante deel van de resolutie luidt als volgt: “het Internationale Gerechtshof te verzoeken, overeenkomstig artikel 65 van het Statuut van het Hof, een advies uit te brengen over de volgende vragen, gelet op de regels en beginselen van het internationaal recht, met inbegrip van het Handvest van de Verenigde Naties, het internationaal humanitair recht, internationale mensenrechtenwetgeving, relevante resoluties van de Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering en de Mensenrechtenraad, en het advies van het Hof van 9 juli 2004: (a) Wat zijn de juridische gevolgen die voortvloeien uit de aanhoudende schending door Israël van het recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking, uit de langdurige bezetting, vestiging en annexatie van het sinds 1967 bezette Palestijnse gebied, met inbegrip van maatregelen gericht op het veranderen van de demografische situatie, samenstelling, karakter en status van de Heilige Stad Jeruzalem, en van de goedkeuring ervan van gerelateerde discriminerende wetgeving en maatregelen?
(b) Hoe beïnvloeden het beleid en de praktijken van Israël waarnaar in paragraaf 18 (a) hierboven wordt verwezen, de juridische status van de bezetting, en wat zijn de juridische gevolgen die uit deze status voortvloeien voor alle staten en de Verenigde Naties?
Waarom is dit belangrijk?
Het Palestijnse politieke leiderschap (dat wil zeggen de PLO) bevordert en stimuleert dit proces. Het maakt deel uit van hun bekende strategie (van de afgelopen decennia) om de internationale instellingen te gebruiken om onderhandelingen te voorkomen en een Palestijnse staat zonder voorwaarden te bereiken. Dit is problematisch, omdat het de legitieme veiligheidsproblemen van Israël negeert/terzijde schuift, evenals de legitieme aanspraken van Israël op soevereiniteit over de “bezette” gebieden. De resolutie van de AVVN waarin het Hof om advies werd gevraagd, werd aangenomen door een minderheid van de VN-lidstaten (slechts 88 staten stemden vóór de resolutie en veel staten waren er tegen). Het is dus een minderheid van de staten die deze agenda steunen. De meeste van de 55 landen en niet-gouvernementele organisaties (Organisatie van Islamitische Samenwerking, Liga van Arabische Staten en Afrikaanse Unie) die deelnemen aan de juridische procedure in Den Haag ontkennen dat de Joodse Staat Israël een legitiem VN-lidstaat is. Het Internationaal Gerechtshof moet beslissen of het in deze zaak “jurisdictie” heeft, en kan ook besluiten zijn “discretie” uit te oefenen om geen advies uit te brengen. Er wordt verwacht dat een klein aantal staten zal betogen dat het Hof het onderhandelde vredesproces moet erkennen en respecteren, en geen advies moet uitbrengen.
Bron: INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE – Israel and International Law (thinc-israel.org)
Publicatiedatum: 15 februari 2024
Blij dat Thinc zich zo inzet voor het rechtmatig bestaan van Israël.
Wij bidden jullie veel kracht en wijsheid toe. En bescherming van de God van Israël.