Maandagavond keurde de Israëlische regeringscoalitie in eerste lezing een wetsvoorstel goed dat de bevoegdheid van het Hooggerechtshof zou beperken om wetgeving of uitvoerende maatregelen ongedaan te maken op basis van de ongedefinieerde criteria van “redelijkheid”.

Zoals verwacht riep de anti-hervormingsbeweging op tot een “dag van ongeregeldheden” in het hele land om te protesteren tegen de vooruitgang van het wetsvoorstel. Demonstranten blokkeerden belangrijke snelwegen en de internationale terminal van Ben-Gurion Airport.

De vooruitgang van het wetsvoorstel en de protesten die erop volgden zijn de laatste in een maandenlange krachtmeting over de samenstelling en de macht van Israëls Hooggerechtshof – de sterkste van de overheidsinstellingen van het land.

Krimpende viooltjes

Bijzonder opmerkelijk is dat de laatste anti-hervormingsprotesten nauwelijks een fractie van de omvang van eerdere protesten hadden. Linkse media – de meerderheid van de Israëlische media – die eerder prat gingen op maximalistische schattingen van de omvang van eerdere protesten, die in de tienduizenden of honderdduizenden liepen, verklaarden nu alleen dat “massa’s” demonstranten de straat op waren gegaan. Tijdens protesten vorige week, waarbij een paar honderd mensen de Ayalon Highway in Tel Aviv blokkeerden met een vreugdevuur, beweerden de media dat de protesten taferelen opriepen die vergelijkbaar waren met die in maart. In plaats van groothoekfoto’s vanuit de lucht, vertrouwen de media steeds vaker op beelden van dichterbij van de demonstranten.

Als het land twee maanden geleden nog zo verbolgen was over de justitiële hervorming, waarom zijn de huidige protesten dan drastisch afgenomen?

Er zijn twee belangrijke redenen: Ten eerste lijkt de hervormingswet die deze week door de regering is gepresenteerd in niets op de wet die enkele maanden geleden werd gepresenteerd. Ten tweede zijn de huidige protesten zeker niet spontaan, en de ware aard van de die-hards van de protestbeweging en haar organisatoren zijn volop zichtbaar.

Een enkele hervorming

De wet op de redelijkheid is slechts een enkel onderdeel van een aanzienlijk breder pakket aan justitiële hervormingen dat eerder dit jaar door de regering is voorgesteld.

Het volledige hervormingspakket dat enkele maanden geleden door de coalitie van premier Benjamin Netanyahu werd voorgesteld, omvatte meerdere elementen, waaronder: wijzigingen aan de gerechtelijke selectiecommissie; beperking van de omvang van zaken die om te beginnen “justitiabel” zijn; handhaving van een beginsel van procesbevoegdheid voor eisers; beperking van de juridische bevoegdheden van de procureur-generaal en ministeriële adviseurs; en een controversiële clausule die de Knesset in staat stelt om beslissingen van het Hooggerechtshof met een eenvoudige meerderheid terzijde te schuiven.

Voor veel Israëli’s was het concept van een opheffing door de Knesset een gifpil, hoewel een zekere mate van justitiële hervorming noodzakelijk werd geacht. Bovendien legde de regering elke hervorming die ze wilde doorvoeren slecht uit aan een verward publiek. Massale protesten volgden, met als hoogtepunt een algemene staking van de vakbonden waardoor vluchten van Ben Gurion Airport tijdelijk werden stilgelegd, naast andere kritieke infrastructuur zoals banken en ziekenhuizen.

Netanyahu had weinig keus en schrapte het hervormingspakket van de wetgevende agenda.

Onoprechte onderhandelingen

Netanyahu stemde er op aandringen van president Isaac Herzog mee in om met de oppositie te onderhandelen over een brede consensus over een gematigder hervormingspakket. Sindsdien heeft hij herhaaldelijk opgeroepen tot een compromis en heeft hij samen met andere voorstanders van justitiële hervormingen openlijk verklaard dat de controversiële opheffingsclausule volledig van de agenda zou worden geschrapt.

De onderhandelingen begonnen, met berichten in de media dat de coalitie bereid was om veel van de voorgestelde hervormingen op te geven ten gunste van een compromis, en oppositieleiders die bereid waren om te erkennen dat bepaalde hervormingen gerechtvaardigd waren.

Het concept van justitiële hervormingen is de oppositie niet vreemd. Veel oppositieleiders, waaronder Yair Lapid, Benny Gantz, Gideon Sa’ar en Avigdor Liberman, hebben al eerder opgeroepen tot het inperken van de te verregaande autoriteit van de rechtbank. Herzog geloofde dat er een compromis kon worden bereikt waarbij de coalitie een zekere mate van justitiële hervorming zou krijgen, terwijl de oppositie een aantal van de meer controversiële aspecten zou kunnen verhinderen.

Het is nu echter duidelijk dat de oppositieleiders niet geïnteresseerd zijn in enige vorm van consensus of compromis. De oppositie is vastbesloten om Netanyahu’s stabiele rechtse regering te verpletteren en heeft er weinig belang bij om Netanyahu zelfs maar de kleinste politieke overwinning te bezorgen. De oppositie is ook niet langer geïnteresseerd in het verzwakken van een rechtbank die de macht heeft om beleid waar zij het niet mee eens is ongedaan te maken.

Erger nog zijn de georganiseerde dreigementen van linkse reservisten, luchtmachtpiloten en cyberbeveiligingssoldaten, die verklaren dat ze hun dienst zullen weigeren als er gerechtelijke hervormingen komen. Tot nu toe kwamen rechtse en linkse soldaten altijd opdagen om bevelen uit te voeren, of ze het er nu mee eens waren of niet.

Politisering van het leger – vooral als het niet eens een bezwaar is tegen de orders die soldaten krijgen – is een rode lijn die bijna geen enkele Israëli wil overschrijden, vooral nu de veiligheidssituatie in en rond het land blijft verslechteren.

Externe druk

In het besef dat ze het binnenlandse debat en hun invloed op een overwegend rechts electoraat aan het verliezen zijn, grijpt de oppositie naar elke mogelijke externe hefboom om de regering van Netanyahu onder druk te zetten. Deze week beschuldigde Amichai Chikli, minister van Diaspora, de organisatoren van de protesten – de in ongenade gevallen ex-premiers Ehud Barak en Yair Lapid – publiekelijk van samenspanning met het Witte Huis om Netanyahu’s coalitiepartners in diskrediet te brengen en de regering onder druk te zetten om de justitiële hervorming van de agenda te schrappen.

De oppositie heeft ook gelobbyd voor kritiek op de Israëlische regering door Joodse leiders uit de diaspora en heeft zelfs Israëli’s ingevlogen om te protesteren tegen ministers van de regering tijdens de recente Israël Day Parade in New York. De oppositie heeft bedrijfseigenaren gelobbyd om hun investeringen uit Israël te halen, terwijl de pro-Israël gemeenschap zich inspant om BDS-initiatieven van anti-Israël actoren te bestrijden.

Wat komt hierna?

Nu de eerste lezing van het “redelijkheidwetsvoorstel” is aangenomen, staan er twee laatste lezingen op het programma. De bal ligt nu in de handen van de oppositie, die moet beslissen of ze wel of niet bereid is om opnieuw te onderhandelen en of dergelijke onderhandelingen serieus zullen worden gevoerd. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, is het nog maar de vraag of de rechtbank de wetgeving zal vernietigen, waardoor er een constitutionele crisis zou ontstaan in een land zonder grondwet.

En zou de rechtbank het wetsvoorstel “redelijkheid” nietig verklaren op grond van het principe van redelijkheid zelf?

Ondertussen blijven de demonstranten waarschuwen tegen wat zij de “tirannie van de meerderheid” noemen, ook wel bekend als een kiezerspubliek dat overtuigend heeft gestemd voor het beleid dat de regering probeert te bevorderen. Jarenlang heeft Israël geleden onder de tirannie van een minderheid die heeft bewezen bereid te zijn om alles te doen om Netanyahu en zijn trouwe rechtse bondgenoten uit hun ambt te zetten – momenteel onder het mom van hun verzet tegen gerechtelijke hervormingen.

_________________________________________________________

Bronvermelding:

Datum:
12-7-2023

Auteur:
Alex Traiman

Beeld:
Anti-judicial reform demonstrators block a road and clash with police in Pardes Hanna-Karkur in northern Israel, on July 11, 2023. Photo by Shir Torem/Flash90.

Website:
www.JNS.org

EN / NL/ עב