De voormalige voorzitter van de Knesset zegt dat hij sommige Joden niet langer als broeders ziet, en dit gevoel lijkt zich te verspreiden onder tegenstanders van de regering.
Toen Joden uit alle delen van de wereld samenkwamen, had de moderne staat Israël geen andere keuze dan een smeltkroes te worden voor de verschillende culturele, politieke en ideologische achtergronden die de terugkerende ballingen met zich meebrachten.
Een tijdlang werkte dit. Tenminste aan de oppervlakte.
Israël werd sterk, en in tijden van grote crisis kwam iedereen samen om de Joodse staat te verdedigen. Tenslotte is het Joodse volk één, ondanks de verschillen die zijn ontstaan door twee millennia van leven in een wijd verspreide diaspora.
Maar echte integratie, het herstel van een verenigde Israëlische identiteit, is nooit bereikt. En misschien is “herstel” niet de juiste term, want zelfs in vroegere koninkrijken was het volk Israël diep verdeeld.
Die resterende verschillen worden nu zo benadrukt dat men zich afvraagt of Israëli’s elkaar nog wel als broeders zien en of ze nog wel voor elkaar zullen vechten.
De linkse oppositie van het land en anti-regeringsdemonstranten gebruiken de meest vijandige taal die ze kunnen produceren tegen premier Benjamin Netanyahu en minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben-Gvir.
Zien Yair Lapid en de gemiddelde demonstranten in Tel Aviv die zijn voorbeeld volgen Netanyahu en Ben-Gvir nog steeds als broeders?
Vorige week gaven sommige reservisten van de IDF aan dat zij niet zouden vechten in een noodoorlog als de huidige regering nog aan de macht zou zijn.
Voormalig Knesset-voorzitter Avraham Burg maakte daar geen geheim van toen hij in het weekend op de Israëlische radio zijn controversiële reactie op de gebeurtenissen in en rond het Palestijnse dorp Huwara toelichtte.
Burg werd gevraagd waarom hij een solidariteitsbezoek bracht nadat Joodse demonstranten Huwara bestormden, maar geen condoleancebezoek bracht aan de Joodse familie wier zonen werden vermoord, wat leidde tot de ongekende kolonistenreactie.
Zijn antwoord was dat Hallel en Yagel Yaniv, de twee jonge joodse kolonisten die in Huwara genadeloos werden neergeschoten, “niet mijn broeders zijn”.
Burg benadrukte verder dat hij “geen genetische broeders heeft. Ik heb broeders in termen van ideologie”, wat verklaart waarom hij zich in het conflict tussen de twee meer identificeert met de Palestijnen dan met de Joden die het bijbelse hart bevolken.
Het probleem is dat Burgs visie die van veel seculiere Israëli’s weerspiegelt, die religieuze Joden, en vooral religieuze Joodse “kolonisten”, niet meer als familie zien. Daarom vinden zij het volkomen legitiem, zo niet noodzakelijk, om Israël op de knieën te krijgen vanwege het beleid van een religieus-rechtse regering, zelfs als die regering democratisch gekozen is.
Kan deze kloof worden gedicht? Is er een soort gebed dat de twee partijen weer samenbrengt als één familie? Of is dit weer een middel waarmee God ons laat zien dat Israël sterk, welvarend en veilig is door Zijn kracht, niet door hun eigen kracht?
Bronvermelding:
Datum: 06-03-2023
Auteur: Ryan Jones
Beeld: Sommige Israëli’s zeggen nu dat zij een Israël dat wordt geregeerd door mensen met wie zij het oneens zijn, niet zullen accepteren of verdedigen. Tot zover de familiebanden? Foto: Gili Yaari /Flash90.
Website: israeltoday.nl
Vreselijk….Maranatha Jeshua