‘Shabbat shalom’; het is de groet die overal in Jeruzalem klinkt als de sabbat in aantocht is. Het is een inhoudsvolle groet: ‘Een vredige shabbat toegewenst’. Ook in Neve Ya’akov klonk het ‘shabbat shalom’ afgelopen vrijdag veelvuldig. Totdat een terrorist de vrede van de sabbat genadeloos aan flarden schoot. Bij de aanslag bij een synagoge kwamen zeven mensen om het leven.

Iedereen staat op scherp
Jeruzalem is opnieuw in de ban van geweld. Na de dodelijke aanslag en een reeks andere schietpartijen staat iedereen op scherp. De sfeer in de stad is gespannen. Even naar de winkel gaan of een bus pakken; het is op dit moment geen vanzelfsprekendheid. Je vraagt het jezelf af: ‘Is het verstandig om dat nu te doen?’

Bang zijn we niet. Wel voorzichtig en behoedzaam. Terreur is ongrijpbaar en onvoorspelbaar en juist daarom is onbedachtzaamheid en onverschilligheid onverstandig. Soms komt het dichtbij ook. Een paar weken geleden schoot een 13-jarige (!) jongen zijn pistool leeg op een passerende Joodse familie. Het is een Godswonder dat er geen doden vielen. Toen ik de foto zag realiseerde ik me dat ik een paar dagen geleden ook in die straat liep.

Het went nooit
Gesprekken met vrienden en buren leren dat aanslagen niet wennen. Een enkele aanslag -ook al is het ver van huis- roept herinneringen boven en haalt schrijnende wonden open. We troffen onze buurvrouw aan met tranen in de ogen; haar hoofd in haar handen. ‘Zullen mijn kleinkinderen ooit ervaren wat ‘vrede’ is?’, snikte ze.

Anderen reageren nuchter. ‘Het is de laatste jaren veel van hetzelfde. Maak je op voor een paar dagen onrust. Daarna gaat het wel weer over.’ En inderdaad, in veel gevallen herneemt het gewone leven zich opvallend snel weer. Behalve natuurlijk voor de families van de slachtoffers. Zij worden blijvend geconfronteerd met een lege plaats.

Ik vrees dat het ondertussen ook wat te kortzichtig is om de huidige situatie in Israël te bestempelen als een ‘oprisping’. Er gebeurt gewoonweg te veel. En dan doel ik niet alleen op tal van zorgelijke politieke ontwikkeling. Veel van wat er gebeurt is lange tijd onzichtbaar en komt op ongelegen en onverwachte momenten aan de oppervlakte.

Wat ik bedoel? Zowel aan Palestijnse als Joodse zijde is een soort verzadigingspunt bereikt als het gaat om het conflict. De hoop kwijnt. De tranen van onze buurvrouw symboliseren moedeloosheid en hopeloosheid. Eenzelfde soort tranen vloeit in stilte in Palestijnse woningen.

En in deze tranen schuilt het gevaar. De moedeloosheid en hopeloosheid wordt door sommigen, Palestijnen én Joden, namelijk omgezet in onverwachte, onbezonnen dadendrang. En wat die dadendrang betreft lopen de autoriteiten nogal eens achter de feiten aan.

Wraakacties
De incidenten halen de media in het Westen niet meer. Afgelopen zondag gingen in een Palestijns dorpje een aantal auto’s in vlammen op. Het was een wraakactie na de terreur van afgelopen sabbat. Hetzelfde geldt voor de tientallen Joodse ‘stenengooi-incidenten’ die deze week plaatsvonden. Het is van harte te hopen dat er gehoor wordt gegeven aan de oproep van premier Netanyahu om het recht niet in eigen hand te nemen.

De dadendrang aan Palestijnse zijde is zo mogelijk nog groter. De rede maakt steeds vaker plaats voor nietsontziende terreur. Jonge mensen sluiten zich aan bij activistische groepen. Het anti-Joodse gif verspreidt zich onbekommerd onder de bevolking. Wat bezielt een 13-jarige jongen om een Joods gezin onder vuur te nemen? Hoe komt hij aan dat wapen? Wat krijgt zo’n ventje op school en thuis mee?

Is er hoop?
U voelt aan, de situatie is verre van rooskleurig. En toch zijn er ook sprankjes van hoop. Afgelopen week strandde een Arabisch echtpaar in onze straat. Hun auto had een lekke band. Het streng-islamitische echtpaar stond beteuterd naast hun voertuig.

Ze ondervonden gelukkig een overvloed aan vriendelijkheid. Drie Joodse buurmannen hielpen enthousiast bij het verwisselen van de lekke achterband. Tot mijn verbazing sprak een van hen zelfs een mondje Arabisch. De vrouw keek van een afstand toe. Door de nauwe opening van haar boerka (!) sprankelde de dankbaarheid en verwondering uit haar ogen.

Ik deelde de ervaring met mijn buurvrouw. Ze hief haar hoofd op. Een flauwe glimlach viel over haar gezicht. Een sprankje hoop doet leven.


Bronvermelding:
Datum:        02-03-2023
Auteur:        Albert Groothedde
Beeld:          Olivier Fitoussi / Flash90
Website:      www.christenenvoorisrael.nl/


 

EN / NL/ עב