Voor alle duidelijkheid: dit artikel gaat niet over eindtijdscenario’s die leiden tot de terugkeer van de Messias en wat daarna gebeurt. Wij kijken meer met een praktische blik naar de rol die Messiaanse Joden in Israël in de eindtijd zouden kunnen spelen.
Volgende week is het alweer Poerim. De vreugdevolle feestdag dat onze redding van Haman’s kwade plan herdenkt. Maar er is iets in het Poeriemverhaal dat mij zelfs als kind altijd al dwars zat.
Hoofdstuk 7 van Megilat Esther (de rol van Ester) is het hoogtepunt van het verhaal: Ester onthult aan Achashveerosj wat Haman van plan is. Hoofdstuk 8 begint met Ester die haar relatie met Mordechai aan de koning bekend maakt, waarna Achashveerosj Hamans landgoed en bezittingen aan hen over draagt. Maar dan lezen we dat Ester nog een verzoek deed aan de koning: “Als het de koning goeddunkt, en als ik gunst bij hem heb gevonden, en de koning denkt dat dit juist is, en ik goed ben in zijn ogen, laat er dan geschreven worden om de brieven te herroepen.” (Esther 8:5)
Waar Achashveerosj eerder in het verhaal nog wat geloofwaardige ontkenning kon claimen, is dat nu helemaal niet meer het geval. Alles is al openbaar: Haman beraamde een genocide tegen de Joden- het volk van zijn geliefde koningin. En het valt niet te ontkennen dat Mordechai, die volgens de Joodse traditie de leider van de Joden was, Achashveerosj van moord had gered; daarmee had hij zijn trouw en dienstbaarheid aan de koning bewezen. Op dit punt zou je denken dat Ester het recht had om tegen Achashveerosj te zeggen: “Kom op – je bent ons iets schuldig!”
Maar zelfs als dit niet het geval zou zijn: zelfs als er geen enkele relatie zou zijn tussen Achashveerosj en Ester, of tussen Ester en Mordechai; hoe zou hij die brieven van Haman nu alsnog geldig kunnen laten? We hebben het hier over een oproep tot een niet-uitgelokte aanval op een onschuldig volk wiens leider de grootste trouw heeft getoond aan de koning. Zelfs de ergste dictator probeert een of ander voorwendsel te verzinnen om zijn wreedheid te rechtvaardigen… al was het alleen maar om zichzelf als een beschaafd persoon te laten beschouwen. Ester zou haar verzoek niet eens hoeven te vragen, maar laten we kijken naar de taal die ze gebruikt: “En als ik gunst bij hem gevonden heb” en “als ik goed ben in zijn ogen”.
In het Hebreeuws impliceren de woorden ‘matsati cheen’ (ik gunst gevonden heb) dat dit een speciale gunst is. Iets dat Achashveerosj misschien alleen zou doen uit liefde voor Ester in verband met zijn aanzien voor haar. En toch zien we dat ze niet slechts vraagt; ze smeekt zelfs. Ester begreep namelijk iets dat zelfs in onze tijd nog steeds niet in de hoofden van veel mensen lijkt door te dringen.
Niet willen geloven
Ik las een artikel waarin iemand uit Oekraïne werd geciteerd, die zei: “Mensen geloofden niet in hun stoutste dromen dat zoiets zou gebeuren. Dat wij in 2022 zouden spreken over een volledige invasie en bombardement op burgers. Dit komt letterlijk uit 1941…”
En wat zei men in 1941? Ze zeiden: “Mensen geloofden niet in hun stoutste dromen dat zoiets zou gebeuren. Dit is letterlijk iets uit 1916.”
Rabbijn Yaakov Friedrich van Antwerpen vertelde mij ooit hoe hij – aan het begin van de Tweede Wereldoorlog – had geprobeerd de Antwerpse Joden te waarschuwen voor de verschrikkingen die de nazi’s de Joden aan het ‘oostfront’ aandeden. Maar niemand wilde hem geloven.
Struisvogelpolitiek
De schok en onaangename verrassing wanneer er iets gebeurd komen omdat we onszelf voor de gek houden door te denken dat nu, dit jaar en deze keer, dingen zijn veranderd. Dat we nu in een liberale humane samenleving leven met moraal en normen die de onschuldigen beschermen; die eerlijkheid en rechtvaardigheid bevorderen, en die ervoor zorgen dat het goede overwint en het kwaad wordt verslagen. Maar Ester had zulke waanvoorstellingen niet. “Als ik gunst gevonden heb” – dat is het enige wat er uiteindelijk echt toe doet. Een beroep doen op Achashveerosj’ geest van tolerantie, zijn ethiek en zijn menselijkheid was niet genoeg. Helaas kwam – en komt – het er helaas op aan om vandaag gunst te vinden… en wie weet wat morgen zal brengen?
Hoewel er duizenden ‘rechtvaardigen onder de volkeren’ zijn erkend door Yad VaShem, wat een groot aantal lijkt, is het trieste feit dat dit eigenlijk niets is vergeleken met de miljoenen die aan de zijlijn zaten en niets deden – of erger nog – de nazi’s hielpen. Liberale waarden, tolerantie, gedeelde menselijkheid, enzovoort, het was uiteindelijk allemaal zinloos. Natuurlijk is dit een ontnuchterende, droevige en pessimistische kijk op de menselijke natuur, waar we op Poerim eigenlijk helemaal niet aan willen denken. Dit is namelijk iets waar niemand ooit echt over wilt nadenken. En misschien schrijf ik er daarom dan ook vandaag over – een week voor Poerim – zodat we onszelf niet volledig blind maken voor de precaire situatie van de huidige wereld.
Telkens wanneer we naar de wereld kijken, naar onze politici, de media of naar Jan en alleman om ons heen, zien we helaas dat we onze hoop niet op de wereld moeten stellen om gezond verstand te gebruiken. Telkens wanneer we zien hoe terroristen tot slachtoffers worden gemaakt terwijl de echte slachtoffers in een slecht daglicht worden gesteld, zien we hoeveel Ester gelijk had in haar smeekbeden aan de koning.
Nog twee broers
Of men nu omkomt bij een terreuraanslag in Judea, Samaria, Jeruzalem of hartje Tel Aviv, het maakt geen verschil voor onze vijanden. Joden in Tel Aviv zijn in hun ogen net zozeer “kolonisten” als de “kolonisten” in Oost-Jeruzalem of de “kolonisten” in enig ander deel van het land Israël. De waarheid is dat ik het zat ben om te zien hoe mensen excuses verzinnen voor zowel de terroristen als hun aanhangers. Laat men stoppen met onderscheid te maken van slachtoffers wanneer hun moordenaars dit zelf ook niet doen.
Helaas lijkt het erop dat Esters houding ten opzichte van Achashveerosj ook in de huidige samenleving nog steeds van toepassing is. Al het gepraat over tolerantie, ethiek en menselijkheid betekent helemaal niets. Gisteren zijn wéér twee onschuldige Joden vermoord door een Palestijnse terrorist. Weer twee broers, Hillel Menachem (21) en Yagel Yaakov (19) Yaniv werden – net zoals de andere twee broertjes met dezelfde namen – vermoord enkel en alleen voor de misdaad om Joods te zijn. Binnen enkele minuten na hun moord begon de feestviering en het uitdelen van snoepjes in Gaza en in Palestijnse steden; net zoals bij elke andere keer dat Joods bloed wordt vergoten. Wie dit niet kan veroordelen hoeft voortaan niet te doen alsof ze om mensenrechten geven.
Bronvermelding:
Datum: 27-02-2023
Auteur: Yoel Schukkmann
Beeld: CvI
Website: www.christenenvoorisrael.nl/