Na het ontdekken van een Iraniër die zich als Iraanse Jood voordeed en Joden ronselde voor kleine opdrachten is het duidelijk dat Israëls capaciteiten op het gebied van inlichtingen en spionage veel beter zijn dan die van Iran, maar onze leiders moeten niet overmoedig worden.
Israëls Shin Bet (binnenlandse veiligheidsdienst) onthulde vorige week aan het publiek een ongewoon geval waarin Joodse Israëlische burgers onbewust taken uitvoerden voor een Iraanse inlichtingenagent.
Aan de ene kant laat dit incident zien hoe moeilijk het is voor Iran om te infiltreren in de Israëlische samenleving. Anderzijds illustreert het echter hoe Iran, ondanks zijn tekortkomingen, volhardt in zijn pogingen om terreurdaden op Israëlisch grondgebied te plegen. Dit is zorgwekkend.
De Iraanse inlichtingenagent heette Rambud Namdar en kon in contact komen met Israëlische burgers via Facebook-groepen die bestemd zijn voor Israëli’s van Iraanse afkomst. Namdar deed zich voor als een welgestelde Joodse persoon uit Iran en gebruikte deze identiteit om Israëli’s te ronselen om taken uit te voeren voor geld. Hij schreef privéberichten op Facebook en sprak met de Israëli’s over zijn verlangen naar Israël en zijn leven in de Joodse gemeenschap in Iran. Een aantal Israëli’s trapte onbewust in de list.
De Israëli’s voerden een aantal taken uit voor de Iraanse agent, waaronder het sturen van foto’s van protesten, stemhokjes bij de verkiezingen voor de 23e en 24e Knesset, en veel gebieden in Tel Aviv, zoals het centrale busstation, openbare parken en politiebureaus. Sommigen van hen werd verzocht foto’s te sturen van de Knesset, gerechtsgebouwen en zelfs de Amerikaanse ambassade. Een van hen werd ook gevraagd haar zoon, die binnenkort dienst neemt bij de IDF, de opdracht te geven in een inlichtingen-eenheid te terecht te komen.
Ondanks de ernst van hun daden en ondanks het feit dat ik ontsteld ben over hoe deze Israëli’s door een Iraanse agent konden worden misleid, kan ik ’s nachts beter slapen nu ik van dit incident weet. Het geeft ons inzicht in hoe Iran probeert te opereren binnen Israël en toont het grote verschil in niveau tussen de Israëlische en Iraanse inlichtingendiensten.
In de afgelopen jaren hebben we gezien hoe een Israëlische inlichtingenoperatie tegen Iran eruit ziet. Israël is erin geslaagd de meest vooraanstaande nucleaire wetenschappers in Iran te vermoorden, waaronder het hoofd van het nationale nucleaire project van het land. De Mossad is met succes geïnfiltreerd in een zwaarbewaakte nucleaire faciliteit en heeft duizenden geheime dossiers gestolen. Bovendien hielp Israëlische inlichtingendienst de VS bij de moord op Qassem Soleimani, Quds Force-commandant van Iran, in Irak.
Gelukkig komen de inspanningen van Iran niet in de buurt van de superieure capaciteiten van Israël. Teheran kan er alleen maar van dromen om agenten als Israëls Eli Cohen (in Syrië) te laten infiltreren in het hart van Israëls regering. Intussen heeft de Islamitische Republiek, voor zover we kunnen zien, moeite om waardevolle bronnen te werven.
Zij waren slechts in staat een paar vrouwen van middelbare leeftijd te rekruteren die zich ver van de centra van invloed en besluitvorming bevonden. Bovendien wijzen sommige van de verzoeken van de Iraanse agent erop dat zij hoogstwaarschijnlijk niet genoeg betrouwbare informatie hebben over de Israëlische samenleving. Hij vroeg om beelden van heel gewone plaatsen zoals het Centraal Busstation van Tel Aviv. Dergelijke beelden zou je eenvoudig kunnen vinden via een snelle Google-zoekopdracht.
Hoewel de inhoud van wat de agent kon ontdekken niet indrukwekkend is en een indicatie is van het onvermogen van de Islamitische Republiek om in Israël te infiltreren, moeten de Israëlische leiders deze superioriteit er niet toe laten leiden om overmoedig te handelen.
Naast de tekortkomingen van Iran leert dit incident ons ook dat de Islamitische Republiek volhardend is in haar pogingen om de Joodse Staat schade toe te brengen. Ondanks hun relatieve zwakte zijn hun operaties om terreur tegen Israëli’s uit te oefenen omvangrijk. Zij proberen het via cyberaanvallen, via handlangers zoals Hezbollah in Libanon, door hun militaire aanwezigheid in Syrië op te bouwen, en ook door Israëlische burgers te rekruteren.
Er hoeft maar één Israëlische blinde vlek te worden gevonden en er kan een terroristische aanslag op Israëlisch grondgebied worden uitgevoerd.
In het verleden is te veel overmoed in Israëls militaire capaciteiten een dure zaak geweest. Veel geleerden hebben erop gewezen dat de Israëlische ‘overmoed’ een van de belangrijkste factoren was waardoor het land niet voorbereid was op de Yom Kippoer-oorlog in oktober 1973. De onbegrijpelijke overwinning tijdens de Zesdaagse Oorlog in juni 1967 bracht het Israëlische militaire zelfvertrouwen tot nieuwe hoogten. Na de oorlog geloofden velen in Israël dat de Joodse Staat onoverwinnelijk was tegenover de omringende Arabische legers. Tegen oktober 1973 waren er weliswaar duidelijke tekenen van een militaire opbouw door Egypte en Syrië en van een op handen zijnde aanval, maar dit werd door Israëls hoogste leiders niet serieus genoeg genomen. Als gevolg daarvan waren de Israëlische strijdkrachten niet voorbereid op de ‘verrassingsaanval’ op de Joodse Staat.
Dit wil natuurlijk helemaal niet zeggen dat Israël aan de vooravond staat van een soortgelijke oorlog. Evenmin kan worden gezegd dat Israël onder dezelfde omstandigheden opereert. Niettemin toont het aan dat Israël zich niet door overmoed moet laten verblinden voor de niet aflatende wil van Iran om de Joodse Staat te schaden.
Hoewel het recente incident van de rekrutering van enkele Israëli’s door Iran mij eigenlijk helpt om ’s nachts te slapen, ga ik dus naar bed met de gedachte dat Teheran elke minuut van de dag op zoek is naar de blinde vlek van Israël.
Bronvermelding:
Datum: 16-01-2022
Auteur: Jason Silverman
Beeld: Een aantal Israëli’s wordt nu geconfronteerd met juridische problemen nadat ze werden misleid door een Iraanse inlichtingenagent via Facebook. (Foto: Yonatan Sindel/Flash90)
Website: israeltoday.nl