Psalm 68 -16- Over het loven van de Heere gesproken
Klik hieronder om naar de uitzending te luisteren:
27 Loof God in de samenkomsten,
loof de Heere, u die voortkomt uit de bron van Israël.
28 Daar is Benjamin, de kleine, die over hen heerste,
daar zijn de vorsten van Juda, hun gezelschap,
de vorsten van Zebulon, de vorsten van Naftali.
Psalm 68 -16-
Over het loven van de Heere gesproken
Prijs in gemeenten God, mijn Heer lezen de rabbijnen voor Loof God in de samenkomsten.
De rabbijnen zeggen hier het opmerkelijk volgende over. Israël stak de zee niet over als een enkele gemeente, maar als twaalf afzonderlijke stammen van gemeenten. Niettemin, als het tijd is om Gods lof te zingen, verenigen ze zich allemaal als één.
En dan de uitdrukking: U die voorkomt uit de bron van Israel
Daar verbinden de Rabbijnen zelfs de peuter op de knie van zijn vader en het kind aan de borst van zijn moeder aan. Ook zij waren getuige van de glorie van God op zee en barstte uit in gezang.
Zelfs de foetus in de baarmoeder van zijn moeder zong er een lofzang bij. In gemeenten looft God, nu Heer – vanaf de schoot, de bron van het menselijke leven van Israël
Dit zinspeelt op de deugdzame joodse vrouwen die hun kuisheid fel beschermden, ondanks het feit dat de joden honderd jaar lang in de ban waren van de onzedelijke Egyptenaren.
Ze hielden de stamboom van Israël zo zuiver als een verse fontein die de bron, de baarmoeder, bewaakt; tegen verontreiniging Aangezien Gods hulp hen in staat stelde hun zuiverheid te behouden, is dit het onderwerp van dit loflied.
Mooie gedachte niet? Maar het is niet alleen een mooie gedachte, want zegt Yeshua Zelf niet: Uit de mond van jonge kinderen en van zuigelingen hebt U voor Uzelf lof tot stand gebracht?
Weet je, elke keer wanneer we het Woord van God lezen en onderzoeken komen we tot de conclusie dat God’s Woord een is. Dat het zich niet tegenspreekt. Zo ook hier.
Er is Benjamin, de jongste heerste over hen zegt het vervolg van de tekst.
Toen Israël in het midden van de zee stonden zeggen de Rabbijnen in de ongewijde geschiedenis, begonnen de stammen ruzie te maken. Elk van de stammen voerden aan dat zij het verdienden om als eerste in het water te gaan. Eigenlijk was het droge van de zee lang genoeg om iedereen samen in het water te laten springen, maar elke stam wilde de eer om de doodskist van Jozef te dragen, want Israël was verzekerd dat de zee zou delen in Jezefs verdiensten.
Plots sprong de stam van Benjamin de zee in zonder Jozefs kist, volgens de verzen ging Benjamin de zee in. Omdat de stam Benjamin moedig de rol van leiderschap op zee op zich nam, werd een van haar leden, koning Saul, later de eerste Israel koning.
Maar zeggen de Rabbijnen, de vorsten van Juda stenigden hen omdat Juda de stam was die door God krachtig was verordineerd om Benjamin blijkbaar zijn koninklijke macht toe te eigenen.
Juda verdringt Benjamin, waardoor de stam gedwongen wordt terug te keren naar de kust. Toen, geleid door hun prins Nachson ben Aminodov, ging de ware stam van de monarchie in zee.
Hoewel de monarchie later werd overgebracht van het huis van Saul de Benjaminiet naar het huis van David de Judese, werd de tempel voornamelijk gebouwd op het grondgebied van Benjamin en slechts gedeeltelijk op het landgoed van Juda. Sinds Benjamin afdaalde naar de zee, daalde de Heilige Geest neer op zijn grondgebied dorst (Mechilta Beshlach, 14)
Vervolgens worden na Juda de vorsten van Zebulon,en de vorsten van Naftali in Psalm 68 genoemd
Zou zouden Juda geholpen hebben bij het verdringen van Benjamin.
Volgens Radak, een Joodse wijsgeer, verwijst het vers naar de Assyrische aanval op de Joodse natie. De tien stammen van Israël waren al in ballingschap; het enige dat overbleef waren een paar verspreide individuen, voornamelijk van de stammen Zebulon en Naftali. De nobele man van deze overblijfselen kwam naar Jeruzalem om de daar verzamelde stammen Juda en Benjamin bij te staan.
Op dat moment overweldigde Benjamin moedig, de vijand in de strijd. Toen de overwinning behaald was, verenigden alle verschillende stammengemeenten zich om God te zegenen.
Weet u, ik weet uiteindelijk niet of de buitenbijbelse geschiedenis die we zojuist achter deze verzen van Psalm 68 een juiste weergave is, maar dit weet ik wel:
27 Loof God in de samenkomsten,
loof de Heere, u die voortkomt uit de bron van Israël.
Als dat geen zegen is.