Het is lastig als je een e-mail ontvangt met de mededeling: urgent. Bij mij gaan dan allerlei toeters en bellen lawaai maken en ik ga meteen aan de slag. En aldus gedaan: urgent is urgent. Een filmploeg uit Frankrijk is bezig met een opname over Joods Nederland na de oorlog. Aanstaande weekend komen ze al en ze moeten vier Joodse mannen hebben die iets kunnen vertellen over de Joodse Gemeenschap na de holocaust op een passende locatie.

En dus meteen aan de slag. Na enige telefoontjes bleek dat minstens nog acht anderen zo’n urgente e-mail hadden gehad en vervolgens werd het mij duidelijk dat ze reeds zes maanden geleden namen hadden doorgekregen van vier mannen plus locatie. Ik voel me dan toch enigszins en vooral urgent misbruikt. Ze zoeken het maar uit.

Ondertussen ben ik dankbaar dat de Raad van Kerken toch bijna helemaal hun brief aan minister Blok, met daarin de oproep tot boycot van Israël, hebben ingetrokken. Jammer natuurlijk dat er weer vijf resoluties tegen Israël in de VN zijn aangenomen en dat ons land weer voor heeft gestemd, maar gelukkig maar bij drie van de vijf, denk ik cynisch. Vraag me niet waarop die resoluties betrekking hadden. Ik verkwist er geen tijd aan om ze op inhoud te bekijken, maar het moge duidelijk zijn dat de grootste gemene deler van alle anti-Israël resoluties is: antizionisme=antisemitisme.

Hoewel ik niet echt een lezer van boeken ben, door gebrek aan tijd, ben ik wel bezig met de geschiedenis van de Joden in de Oostbloklanden. Polen en Litouwen waren aanvankelijk rijk aan Joods religieus leven. Antisemitisme was er nauwelijks tot niet. Er heerste volledige vrijheid van godsdienst voor de Joden, maar door de groeiende invloed van het Vaticaan kwam daarin verandering. Het klopt dus wat mijn vriend Marcin Czepelak, de ambassadeur van Polen in Nederland, mij steeds probeert voor te houden. Regelmatig vonden er in die periode publiekelijke en gedwongen discussies plaats tussen RK-geestelijken en rabbijnen. Doel: bekering! Een groot Joods geleerde en een briljante zakenman, afkomstig uit Minsk, Polen, werd gedwongen om in 1569 een discussie aan te gaan met dertig kardinalen in het Vaticaan. De rabbijn had allerlei voorwaarden gesteld aan deze discussie, onder andere eiste de rabbijn dat er in de ruimte geen kruizen zouden hangen en dat de kardinalen het kruis dat ze droegen als onderdeel van hun habijt, onder kun jasje zouden verbergen.

Ik moest hieraan denken toen bisschop van der Hende en bisschop Woorts enige weken geleden bij mij thuiskwamen om de brief van de Raad van Kerken te bespreken. Dat was een bijzonder vriendschappelijk gesprek. Warm en oprecht. En, zonder dat ik erom had verzocht, hadden zij beiden het kruis in de binnenzak van het jasje van hun habijt geborgen, om mij geen ongemakkelijk gevoel te geven. Die ongevraagde geste getuigt van begrip en medeleven: De bisschop in mijn huis, is een bisschop zonder kruis.

Het was dan ook een goede en bemoedigende ontmoeting die zeker vervolg zal krijgen. Ik was dankbaar voor de vriendschap. De ontmoeting was meer dan goed!

Maar bij een rabbijn, zoals ook bij geestelijken van andere denominaties, wisselen optimisme en pessimisme, vreugde en verdriet elkaar af. Zo is het leven nu eenmaal. Ik herinner mij dat ik op een en dezelfde dag aanwezig was bij een huwelijksdiner, een besnijdenis en een begrafenis. Bij al die gelegenheden moest ik uiteraard een toespraak houden. Van mij werd verwacht om bij het huwelijksdiner vrolijk te zijn, zo ook bij de besnijdenis. Maar bij de begrafenis was ik oprecht verdrietig.

Gisteren, nadat ik me net bemoedigd voelde vanwege het respect dat de bisschoppen toonden, was ik aanwezig bij de begrafenis van de oud-voorzitter van de Joodse Gemeente Amersfoort, waar ik woonachtig ben. Dr. Hans Joosten. Een bijzonder mens. Dag en nacht stond hij voor iedereen klaar. Toen mijn oudste dochter trouwde stelde hij ongevraagd zijn auto ter beschikking voor een van de buitenlandse gasten. Ziekenbezoek, voedselpakketten, aanwezig bij de synagogediensten, financieel te hulp komen waar dat ook maar nodig is.

Ik herinner mij een voormalige client van het Sinai Centrum. Een zielige man, alleen op de wereld, geen financiële middelen, redelijk geestesziek en bovendien zag hij er altijd onappetijtelijk uit. Hij stonk, kwijlde en zijn kleding zat onder de vlekken. Los daarvan was het lastig om hem als gast aan de sjabbattafel uit te nodigen, want hij kon zijn handen niet thuishouden als we dames te gast hadden. Hij was geen slecht mens, absoluut niet, maar wel ziek. Hij was hulpbehoevend, althans daar zorgde hij wel voor. En zo gebeurde het met regelmaat dat hij midden in de nacht belde naar Hans Joosten en huilend kenbaar maakte dat hij uit bed was gevallen en niet de kracht had om op te staan. En dus sprong onze voorzitter, de huisarts, de weldoener Hans Joosten, z’n bed uit, reed een kwartiertje en hielp vol geduld en medeleven de stumper z’n bed weer in. Tot het volgende telefoontje……Moge zijn ziel gebundeld worden in de bundel van het Eeuwige leven.

Ik moet stoppen met mijn dagboek van vandaag, want ik moet om 19:00 uur in Baarlo zijn. Morgen vindt daar een choepa- een huwelijksinzegening- plaats. De bruidegom komt uit Antwerpen, de bruid uit Manchester en het feest in Hotel Chateau De Raay in Baarlo. En dus moet ik aanwezig zijn om de keuken te kasjeren. Kasjeren? Hoor ik u denken. Ja, kasjeren. Er wordt bij de bruiloft uiteraard ook gegeten en dat diner moet koosjer zijn, voldoen aan de Joodse spijswetten. Het diner moet voorzien zijn van een certificaat waarop staat dat alles koosjer is. En dus een afspraak in Baarlo met de caterer om alles te bespreken hoe we het koosjer kunnen krijgen. Want het gezelschap gaat af op mijn koosjer certificaat dat daar aan de muur zal hangen. We vertrekken. We, want mijn echtgenote gaat mee. Deze keer ben ik dus de chauffeur. En na de catering geregeld te hebben, gaan we daar wandelen, even rust, even weg, even als een bisschop zonder kruis, even bijna geen rabbijn.

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. CIP publiceert deze bijzondere stukken dagelijks.


Bronvermelding:
Datum:        30-06-2020
Auteur:        Opperrabbijn Jacobs
Beeld:          CIP
Website:      cip.nl


 

 

EN / NL/ עב