Na de wittebroodsweken in de Kamer richt Sylvana Simons van BIJ1 zich nu op Israel. Met een rits Kamervragen aan de minister van Buitenlandse Zaken neemt zij de ongefundeerde beschuldigingen van HRW aan het adres van Israel over.

Het is dus duidelijk dat BIJ1 zonder moeite de kernpunten van het rapport van HRW overneemt, punten die door vele analisten worden gezien als ongefundeerd en eenzijdig, en waarmee geen recht gedaan wordt aan de grote complexiteit van het conflict. Net als HRW richt BIJ1 zich ook op de Israelische Wet van Terugkeer, die zij ziet als racistisch. Opvallend is wel dat de partij liever vergeet  dat zelfs onze oosterbuur een vergelijkbare wet kent.

BIJ1 roept tevens de minister op om handel tussen Nederland en Israel te ontmoedigen en het  het EU-Associatieverdrag met de Joodse staat op te schorten. Daarnaast verlangt de partij een update van de zogeheten ‘zwarte lijst’ van bedrijven die zakendoen met Israelische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.

Ook al is Israel verre van perfect, BIJ1 lijkt geen ruimte te kennen voor enige nuance in haar standpunten omtrent Israel. In hun verkiezingsprogramma staat nota bene het volgende: Israël is een settlerkoloniale en bezettende mogendheid, die de inheemse Palestijnse bewoners van het land bij de stichting van de staat heeft onteigend en verdreven, en nog steeds doorgaat met die etnische zuivering.” Tevens noemt Bij1 Israel een anti-democratisch land en beticht zij het land van racisme en apartheid tegenover de Palestijnen.

BIJ1 is een zelfverklaard aanhanger van de BDS-beweging, een groep die als doel heeft om van Israel een pariastaat te maken. In de praktijk blijkt BDS een tactiek om het bestaansrecht van Israel te ondermijnen.

Tevens neemt de partij als een van de weinigen afstand van de breed gedragen werkdefinitie antisemitisme, die is opgesteld door de International Holocaust Remembrance Alliance. Ook weigerde BIJ1 eerder het Joods Akkoord in Amsterdam te ondertekenen.

Vragen van het lid Simons (BIJ1) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het rapport van Human Rights Watch aangaande misdaden tegen de menselijkheid door Israël.

  1. Bent u bekend met het rapport van Human Rights Watch, getiteld: ‘A Threshold Crossed: Israeli Authorities and the Crimes of Apartheid and Persecution’?
  2. In dit rapport wordt door de mensenrechtenorganisatie geconstateerd dat Israël zich schuldig maakt aan misdaden tegen de menselijkheid, specifiek: apartheid (artikel 7.1j van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof) en vervolging van een identificeerbare groep (artikel 7.1h van het voornoemde Statuut). Wat is uw reactie daarop?
  3. Het rapport concludeert dat de Israëlische autoriteiten Joodse Israëliërs een ‘superieure status’ onder de wet heeft toebedeeld ten opzichte van Palestijnen wanneer het aankomt op burgerrechten, toegang tot land, bewegingsvrijheid en de vrijheid om te bouwen of het verlenen verblijfsrecht aan naaste familieleden in Palestina. Wat is uw reactie daarop?
  4. Wat is uw mening inzake het feit dat Israël in bezet Palestina aparte wetgeving hanteert voor Palestijnen (Palestijnen vallen niet onder het civiele recht, maar onder het militaire recht) en Palestijnen niet dezelfde rechten hebben als de bewoners van nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever?
  5. Erkent u dat er sprake is van systematische onderdrukking en institutionele discriminatie, zoals het rapport van de Human Rights Watch het beschrijft, door Israël tegen Palestijnen?
  6. Wat vindt u van de reactie van de Israëlische regering op dit rapport, waarin zij de misdaden tegen de menselijkheid afdoet met de bewering dat de mensenrechtenorganisatie ‘het bestaansrecht’ van Israël zou ‘ondermijnen’?
  7. Is Nederland voornemens om de aanbevelingen van Human Rights Watch over te nemen? Kunt u dit per (op Nederland van toepassing zijnde) aanbeveling aangeven en daarbij aangeven waarom wel of waarom niet?
  8. Welke verdere verantwoordelijkheid ziet u voor Nederland in de aanbeveling van Human Rights Watch om ‘activiteiten te staken die direct bijdragen aan de misdaden tegen de menselijkheid van apartheid en vervolging en [ook] het verstrekken van goederen en diensten te staken die waarschijnlijk bijdragen aan deze misdaden in lijn met de VN Principes voor Bedrijfsleven en Mensenrechten om betrokkenheid in serieuze schendingen van rechten te voorkomen’?
  9. Welke invloed heeft het huidige Nederlandse ontmoedigingsbeleid voor bedrijven die activiteiten in of voor nederzettingen willen ontplooien op (de uitbreiding van) nederzettingen in bezet Palestijns gebied?
  10. Deelt u de mening dat met het huidige ontmoedigingsbeleid Nederland haar verantwoordelijkheid ontloopt om op te treden tegen misdaden tegen de menselijkheid? Zo nee, waarom niet?
  11. Bent u bereid om het ontmoedigingsbeleid aan te passen naar een verbod op handel(sbetrekkingen) met, investeringen in en producten uit bezette gebieden? Zo nee, waarom niet?
  12. In het licht van dit rapport, wilt u zich inzetten voor de periodieke update van de VN-zwarte lijst van bedrijven, ook wel de OHCHR? Zo nee, waarom niet?
  13. Bent u bereid om wettelijk vast te leggen dat een plek op de VN-zwarte lijst van bedrijven een uitsluitingsgrond vormt bij aanbestedingen door het Rijk en provinciale en lokale overheden? Zo nee, waarom niet?
  14. Nederland heeft miljoenencontracten gesloten met het Israëlische wapenbedrijf Elbit, dat wapens en technieken verkoopt als ‘battle proven’, nadat deze tegen Palestijnen gebruikt zijn. Wat betekenen de conclusies in het rapport voor de contracten met dit bedrijf?
  15. Wat betekenen de conclusies van dit rapport voor de Nederlandse houding ten opzichte van het Europese Associatieverdrag met Israël?
  16. Is Nederland bereid om op Europees niveau te pleiten voor het opbreken van dit verdrag? Waarom wel of waarom niet?

Bronvermelding:
Datum:        03-05-2021
Auteur:         LUUK SMIT
Beeld:          Screenshot Tweede Kamer
Website:      CIDI


 

EN / NL/ עב